- 18 -
De heer Nelemans reageert als volgt
zijn fraktie houdt vast aan de vertegenwoordiging van de frakties in de
diverse commissies; de commissie Algemeen Bestuur moet daarbij in ieder
geval bestaan uit de vertegenwoordigers van de diverse politieke
partij en;
de commissieleden kunnen zich thans door een niet-raadslid laten
vervangen; in principe geldt het systeem van 2 plaatsvervangers voor een
fraktie
de vragenronde door de burgers kan aan een commissievergadering vooraf
gaan zonder dat op formele wijze de vergadering wordt gehouden;
onvoldoende wordt in de raad het uitgangspunt gehanteerd dat zaken in
detail in de commissievergadering worden besproken en dat de diskussie in
de raadsvergadering zich tot de beleids- en de hoofdzaken van onderwerpen
zou moeten beperken;
een besluitenlijst met daarin de standpunten van de diverse frakties van
de betrokken commissievergadering heeft zijn goedkeuring.
De heer Mariinissen mist in het voorstel de voorstellen tot gewijzigde
begrotingsbehandeling. De voorzitter merkt op dat hierop nog later wordt
teruggekomen
De heer Mariinissen
de afwezigheid van het publiek is een gegeven sinds het CDA zitting nam
in de raad;
de voorstellen van Groen Zundert over de vervanging van raadsleden en
eenmansfraktie kan hij ondersteunen. Beperking daarvan is een miskenning
van het gekozen raadslid.
een vragenronde kan voor de mensen aanleiding zijn hun standpunten en
belangen ten overstaan van de commissie te komen uiteenzetten
afwijking door het kollege van meerderheidsadviezen van commissie dienen
door het kollege opnieuw aan de commissie te worden voorgelegd.
De heer Vanlaerhoven ondersteunt de opmerkingen van de heer Nelemans, doch
ziet geen heil in het spreekhalfuurtje voor de burgers door de commissies.
Naar zijn mening zijn daarvoor juist de vergaderingen van de diverse
politieke partijen voor de zogenaamde achterban geschikt.
De heer Arnouts daarentegen acht juist de instelling van dit halfuurtje
zinvol omdat daarin door de burgers aspekten kunnen worden aangedragen die
nog niet eerder bij de kommissieleden bekend waren.
De voorzitter vat daarop de meningen als volgt samen
motie 1 wordt door geen enkele fraktie behalve dan Groen Zundert
gesteund;
motie 2 is ook het kollegevoorstel om het betrokken onderdeel van het
statuut te handhaven; dit wordt gesteund door het CDA en de fraktie
Agrarisch Belang;
bij motie 3 stelt het kollege een wijziging voor terwijl de motie juist
strekt tot handhaving van de betrokken bepaling. Het CDA stelt daarvan
dat een plaatsvervanger geen raadslid behoeft te zijn, doch dat
raadsleden te allen tijde kunnen vervangen. Dat is juist het verschil met
de motie, die daarnaast aandringt op een vaste plaatsvervanger.
bij