- 2 -
Omtrent de ontwerp begroting 1993 van het Stadsgewest Breda.
De vraag van de heer Verheijen om deze begroting gedurende
enige tijd ter inzage te leggen zegt de voorzitter toe omdat
de deze ter voorbereiding van de begroting ook in de commissie
financiën wordt behandeld.
Omtrent de stukken onder VI van het Werkvoorzieningsschap West
Noord-Brabant
De heer Marijnissen betreurt het dat thans nog stukken uit
1986 moeten worden behandeld. Hij vraagt naar de de mogelijke
vordering van het betrokken ministerie op de overschotten van
de WSW-gelden.
Hij vraagt ter besteding van de overschotten in Zundert een
dependance van het schap te realiseren.
De voorzitter merkt op dat juist in het verleden de dependance
in Zundert is afgebouwd, doch dat thans de mogelijkheden voor
een onderkomen van de WSW-werknemers in de assortimentstuin
worden onderzocht.
Omtrent de brieven van de St. Markenlanden en het Rode Kruis
afdeling Zundert over de niet-subsidiëring van het Buro Soci
aal Raadslieden.
De heer Verheijen verzoekt dit stuk als afzonderlijk agenda
punt te behandelen.
Met dit voorstel stemmen in de heren Arnouts, Damen, Jacobs,
Marijnissen en Verheijen. De overige leden zijn daartegen,
zodat dit voorstel met 9 stemmen "tegen" en 5 stemmen "voor"
is verworpen.
De heer Roks wijst de heer Verheijen er nog op dat het stand
punt van de raad terzake inmiddels voldoende duidelijk is. Er
is al veel gezegd over het Buro Sociaal Raadslieden.
De heer Verheijen zal het voorstel schriftelijk aan de raad
doen.
De heer Marijnissen meent dat het buro zijn bestaansrecht
heeft bewezen en dat de gemeente (nu zij dat niet meer wil
subsidiëren) de andere mogelijkheden maar moet aangeven.
Omtrent stuk nr. XI over het plan van aanpak tot wering ongea
dresseerde handelsreklame
De heer Mari jnissen doet de suggestie deze handelsreklame
ongefrankeerd terug te zenden.
Omtrent dit onderwerp en dat onder X van de fraktie Groen
Zundert en het illegaal kappen van een singelbeplanting.
De heer Verheijen verzoekt het kollege een termijn waarbinnen
deze zaken opnieuw aan de raad worden voorgelegd.