- 9 -
De heer Adriaensen merkt het volgende op
- als je bijvoorbeeld over de HulsdonkstraatProf. v.d. HoevenstraatGaard-
sebaan of Laarakkerstraat fietst, dan moet je ongetwijfeld de verstening
van het buitengebied opvallen; er ontstaat op diverse plaatsen in het bui
tengebied bijna een lintbebouwing;
- het standpunt van de gemeente Zundert is dat starters moeten kunnen bou
wen;
- bij minimale cijfers mag een beginnend boomkweker volgens de Zundertse com
missie Agrarische Bouwaanvragen al gaan bouwen;
- 60% van de bedrijven is echter geen volwaardig bedrijf, zodat de bedrijfs
economische situatie volgens het L.E.I. al in 1976 zorgelijk is;
nieuwvestiging van agrarische bedrijven zou slechts in beperkte mate moeten
worden toegestaan;
- de economische faktor voor Zundert van de boomkwekerijsektor is zeer een
zijdig en kwetsbaar getuige de vele vuren van verbranding van boomkwekerij -
produkten;
- het voorstel is geen verbetering omdat het bij een beoordeling door een
vriendenclubje blijft, terwijl ook aspecten van ruimtelijke ordening, na
tuur, landschap en open lucht, recreatie aan de orde moeten komen, zoals de
provincie terecht stelt;
- en objectieve afweging door de commissie is onmogelijk, de objectieve afwe
ging door de Tilburgse commissie is veel beter op zijn plaats; daarmede
werken immers alle 130 andere gemeenten in Brabant;
- Zundert is niet zo'n bijzondere gemeente dat geen beoordeling door deze
Tilburgse commissie zou mogen plaatsvinden.
De heer Jacobs kan het voorstel van de heer Nelemans ondersteunen en meent
dat de commissie Agrarische Bouwaanvragen in het algemeen een gefundeerd ad
vies geeft, terwijl volgens hem de commissie ook met vertegenwoordigers uit
de agrarische sektor zoals boomkwekrijtuinderijvarkenshouderijrundvee-
en pluimveehouderij zou moeten worden uitgebreid.
De heer Arnouts pleit voor een handhaving van de huidige Zundertse agrarische
commissie
De heer Vanlaerhoven ondersteunt de suggestie van de heer Nelemans waarbij in
het voorstel de vertegenwoordiger uit de veehouderij in het algemeen en niet
uitsluitend uit de rundveehouderij zou moeten komen.
Hij stelt uitdrukkelijk dat vertegenwoordigers van de door het college aange
dragen belangengroeperingen geen raadslid mogen zijn.
De voorzitter vertaalt dit laatste als volgt dat namelijk uit het college
voorstel blijkt dat de vertegenwoordiger uit de boomkwekerij of tuinbouwwe-
reld geen raadslid mag zijn.
Vervolgens concludeert de voorzitter dat het voorstel van de heer Nelemans de
beslissing op dit voorstel aan te houden met 13 stemmen 'voor' en 2 stemmen
'tegen' (die van de heren Adriaensen en Verheijen) is aangenomen zodat het
college dit voorstel terugneemt.
- Voorstel -
