7 krachtig, vooral zijn afscheid, geweest. Ook vraag ik hem naar zijn betrokkenheid bij de coalitievorming en inbreng. Is naar hem geluisterd en zo ja welke punten daarvan zijn herkenbaar in het akkoord, of heeft men zijn inbreng voor kennisgeving aangenomen over de coalitievorming. Had de heer Arnouts voorts alle informatie over de coalitievorming waarmede hij middels ondertekening van het akkoord zich bereid verklaard dat na te leven. Was een van de voorwaarden daarin dat hij geen eigen mening mocht hebben. Is hij namens de V.V.D.-fraktie kandidaat voor het wethouderschap geweest, zo ja, waarom is hij dan geen wethouder geworden, zo neen waarom is dat iemand anders geworden. Is daarover vooroverleg gevoerd met de andere coalitiepartijen? Ik ben benieuwd hoe de heer Arnouts denkt over zijn behandeling door de overige coalitiegenoten. Is hij beschuldigd van het ronselen van stemmen voor de gemeenteraadsverkiezingen. Zijn er tijdens de breuk personen geweest die hebben aangedrongen op het vertrek van de heer Arnouts uit de gemeenteraad. Meent de heer Arnouts dat hij door de V.V.D.-fraktie slechts is gebruikt als opstap voor de partij om een bepaalde positie binnen de raad te verkrijgen. Daarna vond men wel de middelen om de heer Arnouts 'weg te werken'Ik meen dat de heer Arnouts zijn volwaardigheid als raadslid gedurende zijn 21-jarig lidmaatschap heeft bewezen. Door dit aantal jaren heeft hij rechten opgebouwd, die hem moeten worden gegeven. Nu hij zelfstandig verder wil gaan, moet hem alle informatie worden gegeven. Hij mag dus deel uit maken van alle commissies en hij moet zich daarin ook kunnen laten vertegenwoordigen door anderen, zijnde dus niet-raadsleden. Ik protesteer dan ook met klem tegen de opstelling van de coalitie ten aanzien van de onmoge lijkheid van vervanging van de heer Arnouts in commissies. Daarmede wordt wel degelijk tekort gedaan aan de plichten zoals in het ambtsgebed is beloofd. Er is teveel rond en na de laatste raadsverkiezingen gebeurd. Er is een C.D.A. wet houder die niet als eerst op de lijst stond, er zouden nu maar nieuwe verkie zingen moeten worden uitgeschreven". De heer Vanlaerhoven herhaalt zijn verklaring in de vorige raadsvergadering, nl dat zijn fraktie de breuk in de V.VD.-fraktie betreurt, doch dat dit voor zijn fraktie geen gevolgen behoeft te hebben voor de samenstelling van het college. De kwestie is een interne aangelegenheid van de V.VD.-fraktie De heer Damen verklaart het volgende: "Ik betreur het dat het voorstel van de coalitie ook niet aan de heer Arnouts is toegezonden. Omtrent het daarin gestelde over het commissiestatuut vind ik het merkwaardig dat de coalitie dit juist tijdens deze kwestie naar voren haalt, doch anderzijds stelt pas later bij de evaluatie het statuut aan te passen. De coalitie dreigt de meerderheid in de commissies te verliezen zodat maar een gewogen stemuitslag in de verordening moet worden opgenomen. Het is de hoogste vorm van machtswellust, alle macht behoort aan de coalitie. Bij de democratische besluitvorming is dat erg bedenkelijk. Commissies moeten zich daarvoor niet lenen doch uitsluitend voor informatie-uitwisseling tussen raad en college. Een gelijke stemverhouding in de raad moet niet op voorhand ook in commissies worden afgedwongen. De raadsvergadering wordt daarmede een herhaling van commissies; dat kan niet de bedoeling zijn. Op basis van argumenten moet het mogelijk zijn in de raad andere standpunten dan in de commissie in te nemen. Aan politiek spel in de raad heeft niemand behoefte. Met een gewogen stemuitslag in de commissie wordt het werk belachelijk gemaakt. Ik hoop dat het voorstel op dezelfde manier wordt ingetrokken als het wordt gepresenteerd, snel en geluidloos". De heer Roks legt de volgende verklaring af. "In aansluiting op de berichtgeving die begin maart in de pers is verschenen alsmede onze brief aan de besturen en frakties welke zijn vertegenwoordigd in de Zundertse raad, met betrekking tot de breuk tussen de heer Arnouts en ondergete kende in de V.V.D.-fraktie van Zundert, wilde ik nog een verklaring afleggen aan uw raad. - De -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1991 | | pagina 68