- 3 -
Daarna stelt de heer Verheiien het volgende.
"Mede op verzoek van de fraktie Groen Zundert is deze vergadering belegd. Het
zal u uit ons betoog in de vorige vergadering duidelijk geworden zijn, dat de
scheuring binnen de V.V.D.
a. de animo bij kiezers om te gaan stemmen niet erg bevordert en
b. leidt tot een nieuwe politieke situatie in onze gemeente.
Uitgaande van de meerderheid van het commissiewerk is Groen Zundert van mening
geweest een en ander in een zo vroeg mogelijk stadium te bespreken in dit
huis. Ons verzoek echter om op grond van artikel 14, lid 2 van het reglement van
orde die kwestie afgelopen vergadering te behandelen kon niet op de steun
rekenen van het C.D.A., Agrarisch Belang en de V.V.D.
Nu we dus weer bij elkaar zijn om de ontstane situatie te bespreken moet Groen
Zundert constateren dat wij ondertussen gaan praten over een tweetal voorstellen
te weten
a. de bezetting van de diverse commissies door raadsleden en niet raadsleden,
die overigens wel partijgebonden moeten zijn;
b. het voorstel van de coalitie om te komen tot een gewogen stemmingsuitslag in
de commissies.
a. Bezetting van de diverse commissies en de plaatsvervanging daarin.
Groen Zundert is van mening, dat is ook altijd ons uitgangspunt geweest bij
het vaststellen van het vigerende commissiestatuut, dat alle partijen in alle
commissies, hetzij met raadsleden, hetzij met partijgebonden niet-raadsleden
aan commissiewerk moeten kunnen deelnemen. Dat standpunt is natuurlijk niet
veranderd, aangezien wij van mening blijven, dat iedere fraktie, en we hebben
er nu weer 6, vanaf het begin zoveel mogelijk bij het beleid en besturen van
de gemeente betrokken moet zijn. Dat stelt ook feitelijk de coalitie in haar
brief van 4 april 1991, waarin gezegd wordt dat men het politiek opportuun
acht dat de heer Arnouts in de gelegenheid gesteld wordt aan alle commissie
werk deel te nemen. Bij Groen Zundert rijst dan de vraag of daardoor de
fraktie Arnouts door de coalitie erkend wordt. Indien dat nl. het geval is,
dan kan die fraktie naar de mening van Groen Zundert ook partijgebonden, niet
raadsleden in commissie benoemen. Uitgaande van de uitgangspunten waarop dit
standpunt mede door inbreng van mijn fraktie tot stand gekomen is, dient de
fraktie Arnouts die mogelijkheid te hebben. Kleine partijen kunnen dan, zon
der dat roofbouw gepleegd wordt op personen vanaf het begin af aan meedenken
over te voeren beleid ten behoeve van onze gemeente. Het voorstel van C.D.A.
V.V.D. en Agrarisch Belang om de fraktie Arnouts die gelegenheid niet te ge
ven en derhalve te kiezen voor roofbouw op een persoon kan onze instemming
niet krijgen. Mijn fraktie stelt voor om de heer Arnouts in de gelegenheid te
stellen partijgebonden leden voor te dragen voor diverse raadscommissies. He
laas moeten wij constateren dat partij gebondenheid voor een door de V.V.D.
voorgedragen kandidaat kennelijk een onduidelijk begrip is. Het bevreemdt
Groen Zundert minimaal, dat de heer P. Laurijssen, volgens de informatie die
wij hebben ingewonnen bij de Kamer van Koophandel op 8 april 1991, daar te
boek staat als voorzitter van Agrarisch Belang, terwijl hij nu door de V.V.D.
wordt voorgedragen als lid van de commissie Agrarische BouwaanvragenDat
kunnen wij niet aanvaarden, aangezien wij wel willen weten of wij met V.V.D.-
lid Laurijssen of agrarisch voorzitter Laurijssen over punten onderhandelen.
Dat hadden de V.V.D. en uiteraard ook de heer Laurijssen en Agrarisch Belang
zelf kunnen bedenken. Uiteraard zijn wij zeer benieuwd hoe de fraktie van
Agrarisch Belang over deze zet van haar voorzitter denkt. Dat zijn overigens
partij perikelen waar Groen Zundert verder buiten staat. Dat geldt helaas niet
voor de kiezers, aangezien die op deze manier door de bomen het bos niet meer
zien met als gevolg wellicht een dalende opkomst bij een volgende verkiezing.
Groen Zundert betreurt dat.
- b. -