- 18 -
15. VOORSTEL TOT INVOERING VAN EEN
A. NIEUW ALGEMEEN GARANTIEBESLUIT
B. EEN NIEUW UITVOERINGSBESLUIT INZAKE VERLENING VAN GARANTIE MET RIJKSDEEL
NEMING VOOR HYPOTHECAIRE LENINGEN OP TE NEMEN TER FINANCIERING VAN DE
KOSTEN VAN VERWERVING VAN EIGEN WONINGEN.
De heer Nelemans vraagt zich af of bij onderdeel b inzake taxatie bestaande
woningen een eenvoudiger regeling voor bet in depot houden van gelden kan
worden gevonden. Pas na overlegging van nota's wordt het geld blijkbaar uit
gekeerd. Nu dit ook niet weer voor nieuwbouw geldt, moet een dergelijke han
deling maar als overbodig worden aangemerkt.
De heer Damen vraagt zich af wat er gebeurt indien de getaxeerde executie-
waarde lager is dan de gevraagde hypotheek. Wordt daarbij dan het maximale
bedrag van de gegarandeerde lening hetzelfde als de maximale executiewaarde
Ter bescherming van de mensen, die misschien hypotheken afsluiten die hun
draagkracht te boven gaan, houdt hij vast aan de regeling dat 5% eigen geld
bij de koop van premie C woning of een bestaande of nieuwe woning in de
vrije sektor wordt ingebracht. Voor het overige stemt hij met de regeling
in.
De voorzitter antwoordt dat de gemeente de landelijke regeling inzake het
houden van gelden in depot hanteert. De lening die wordt gegarandeerd is de
maximale executiewaarde. Boven dat bedrag leent een bank immers geen geld
uit. De gemeente richt zich daarnaar. Een 5% regeling eigen geld kan best
wel ter bescherming zijn van de mensen, doch met datzelfde bedrag kan ook
weer een half jaar lang hypotheek worden betaald. Met het voorstel wordt
beoogd tenminste een regionale regeling zo mogelijk zelfs een landelijke
regeling te volgen, met dit verschil dat de maximale stichtingskosten
f 210.000,-- dienen te bedragen.
De heer Damen meent dat de 5% eigen geld regeling juist goed functioneert
omdat er weinig of geen executies plaats vinden. Een eigen verantwoordelijk
heid van de gemeente moet het immers mogelijk maken een van de landelijke
regeling afwijkende norm te stellen. Hij blijft bij zijn standpunt deze 5%-
regeling te handhaven.
De voorzitter herhaalt de argumenten waarom daarvan zou moeten worden afge
stapt doch kan de heer Damen daarvan niet overtuigen.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming als volgt besloten
1. omtrent de onderdelen a, b en c met algemene stemmen;
2. omtrent onderdeel d met de stemmen van de heren Damen, Jacobs en Marij-
nissen 'tegen', derhalve met 12 stemmen 'voor' en 3 stemmen 'tegen'.
16. VOORSTEL TOT HET AFWIJZEND BESLISSEN OP HET SUBSIDIEVERZOEK VAN DE STICHTING
HUIS EN HOEF VAN BRABANT.
De heer Verheiien hanteert het argument dat indien de inwoners op de hoogte
zijn van de subsidiemogelijkheden van de stichting Huis en Hoef daarvan ook
gebruik wordt gemaakt. Hij vraagt in de informatierubriek van de gemeente
daaraan aandacht te schenken.
De voorzitter zegt dit toe.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
- Voorstel -
