16
De heer Adriaensen stelt het volgende
- het rapport leert dat het om gevaarlijke stoffen gaat, zodat nadere maat
regelen tegen bodemvervuiling moeten worden genomen; het betreft arseen,
aluminium en sulfaatgehalte en daling van de zuurgraad van het grondwater;
er is dus flink wat aan de hand;
- slechts na aandringen van zijn fraktie in de betrokken commissieverga
dering tot het op de hoogte stellen van de onwonenden, is hieraan voldaan,
terwijl al in 1985 is beloofd dat de buurt en de milieugroep recht hebben
op informatie en voorlichting indien blijkt dat de waterkwaliteit
verslechtert;
- de relatie tussen de buurt en de gemeente herstelde toen in 1986 in ver
band met het rapport een aantal aanbevelingen werd gedaan, die door de ge
meente werden onderschreven;
- van het idee tot de instelling van een begeleidingscommissie werd echter
niets meer vernomen;
- omdat een falend beleid werd gevoerd moet er nu extra inspanning worden
geleverd om verdere verontreiniging te voorkomen;
- tegelijk met het onderzoek moeten grondmonsters van de stort worden geno
men en een beheersplan worden opgesteld waarin maatregelen worden aangege
ven om verspreiding van verontreinigd grondwater te voorkomen;
- dit laatste moet niet door het Stadsgewest gebeuren, dit kost te veel
tijd, terwijl bestuurlijk nog van alles moet gebeuren omdat het Stadsge
west zich met dergelijke zaken eerst onlangs is gaan bemoeien;
- de gemeente moet maar haar eigen verantwoordelijkheid kennen.
Op de vraag van de heer Antonissen of de buurt uit de brief van de gemeente
moet begrijpen dat het gevaarlijk is om het grondwater voor beregening te
gebruiken, antwoordt de voorzitter dat die conclusie in ieder geval niet in
de brief staat.
De heer Jacobs hoopt dat de kom van leem onder de voormalige stort, waarin
het grondwater wordt opgevangen en daarmede ook mogelijk verontreinigd
grondwater nog lang in stand mag blijven. Hij pleit ervoor dat niet alleen
omwonenden, doch ook met name de grondgebruikers worden geïnformeerd. De
nieuwe peilputten zouden enige uren extra moeten draaien zodat het
beregeningswater expliciet op mogelijke verontreiniging kan worden
onderzocht. Het is nog maar de vraag of produkten op mogelijke
verontreiniging worden onderzocht nu hem bekend is dat spinazie is gekweekt
en is verkocht. Hij is er bang voor dat op langere termijn de Leemputten
toch wel een financiële strop voor de gemeente zal zijn.
De voorzitter geeft daarop nog in het kort uitleg aan de heer Mariinissen
waarom het krediet tot f 36.000,-- moet worden verhoogd, zoals hij in het
begin van de behandeling heeft uiteengezet.
De heer van der Kloot antwoordt als volgt
- het is juist dat voordat monsters worden genomen en onderzocht de diverse
beregeningsputten enige tijd zullen moeten draaien alvorens een goed beeld
van de kwaliteit van het water wordt verkregen; ook dienen de monsters op
verschillende diepten te worden genomen;
- de vraag van de contra-expertise zal aan het uitvoerend bureau worden
voorgelegd;
- de beoordeling van een schadevergoeding is nu (nog) niet aan de orde;
- de kosten van het onderzoek zijn weliswaar hoog, doch daarmede kan precies
worden aangetoond wat er aan de hand is; niet alleen de peilpunten, doch
ook de omliggende beregeningsputten worden in het onderzoek betrokken;
- de