- 11 -
8. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET VERDELINGSBESLUIT 1991 ALS BEDOELD IN DE
WET OP DE STADS- EN DORPSVERNIEUWING EN HET DAARMEE SAMENHANGENDE MEERJAREN
PROGRAMMA 1992/1996.
De heer Mariinissen vraagt of gelet op de behoefte in de voorgaande jaren
het bedrag van f 30.000,-- als post voor particuliere woningverbetering vol
doende is. Ook vraagt hij naar een evaluatie van de regeling en de subsidie
mogelijkheden voor particuliere woningverbetering.
De heer Adriaensen vraagt uitsluitsel over de subsidietoekenning door het
ministerie in de restauratiekosten van de Vlaamse schuur aan de Moersebaan
en de restauratie van de theekoepel op het landgoed de Moeren door het
Werkvoorzieningsschap
De heer van der Kloot antwoordt als volgt
- het betrokken ministerie heeft toegezegd dat binnen 14 dagen de schrifte
lijke subsidiebeschikking over de Vlaamse schuur aan de Moersebaan en de
pastorie van St. Trudo wordt verzonden;
- in principe is de post voor particuliere woningverbetering f 44.000,-- om
dat nog een post van f 14.000,-- open staat. Nogmaals zal in de inforu-
briek van de gemeente uitvoerig aandacht aan de subsidiemogelijkheden voor
particuliere woningverbetering worden besteed.
De voorzitter zegt vervolgens toe de restauratie van de theekoepel op het
landgoed de Moeren in W.S.W. verband met het bestuur daarvan op korte ter
mijn te bespreken.
In antwoord op de daaraanvolgende opmerking van de heer Jacobs inzake de
herplaatsing van de pomp op het Poteindplein antwoordt de heer van der Kloot
dat deze in voorbereiding is en op korte termijn wordt geplaatst.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
9. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET MEERJARENPROGRAMMA RESTAURATIE MONUMENTEN
VOOR HET JAAR 1996 EN 1997 IN DE GEMEENTE ZUNDERT.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van burgemeester en wethouders besloten.
10. VOORSTEL TOT
A. HET VASTSTELLEN VAN DE VERORDENING OP DE MONUMENTENCOMMISSIE;
B. HET BENOEMEN VAN DE LEDEN VAN DE MONUMENTENCOMMISSIE.
De heer Antonissen doet de monumentencommissie de suggestie als vierde lid
een landschapsdeskundige of een stedebouwkundige aan te wijzen. De commissie
moet overigens deze vierde deskundige zelf aanwijzen, indien zij de noodzaak
daarvan tenminste erkent.
De heer Verheiien vindt het vreemd dat de commissie zelf een vierde deskun
dige mag benoemen, nu leden van de commissies door het college en/of de raad
worden benoemd. Hij houdt vast aan de suggestie van zijn fraktie in de be
trokken commissievergadering de vierde deskundige van de momumentencommissie
uit de Vereniging Milieugroep Zundert of de Brabantse Milieufederatie te
benoemen. Deze zijn zeer goed op de hoogte van het buitengebied; dit is een
wezenlijk onderdeel van de beoordeling omdat ook de relatie met de omgeving
van het pand en het buitengebied aan de orde is. Blijkbaar worden thans voor
sommige leden van de commissie meer dan de gebruikelijke vergoeding
toegekend.
- De -