- 7 -
De heer van der Kloot wijst erop dat de plaatselijke huisartsen het patien-
tenbestand hebben doorgespit op de vraag naar de klachten aan luchtwegen in
vergelijking met 5 jaar geleden en nu. Er is daarbij geen sprake van een
negatieve ontwikkeling. Een relatie tussen luchtverontreiniging en klachten
aan luchtwegen is niet danwel moeilijk aan te tonen. De klachten zijn sedert
5 jaar niet toegenomen en het percentage 12 bij kinderen die inhalers gebrui
ken bewijst niets. 5 jaar geleden was immers de inhaler pas in gebruik en in
opkomst. Hij ziet geen aanleiding een duur en 15 jaar durend wetenschappelijk
onderzoek te starten omdat daarin geen subsidie wordt verkregen en daarvoor
gelet op de inhoud van deze mededeling dat er geen reden is tot ongerustheid,
geen aanleiding is.
Omtrent mededeling nr. 4 inzake belegging van de deposito's.
Op de daartoe strekkende vraag van de heer Mariinissen antwoordt de voorzit
ter dat deze belegging slechts voor 1 maand kon omdat kapitaal nodig is ter
dekking van de kosten van de reconstructie van de Meirseweg en de bouw van
het zwembad.
Vervolgens worden de mededelingen zonder hoofdelijke stemming voor kennisge
ving aangenomen.
4. VOORSTEL TOT HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PERCEEL KADA
STRAAL BEKEND GEMEENTE ZUNDERT SEKTIE K. NR. 6368, GELEGEN AAN DE BREDASEWEG
24.
De heer Antonissen meent dat in de medewerking aan dit bouwplan de voorwaarde
moet worden opgenomen dat betrokkene geen bezwaar heeft tegen de geplande
vestiging van een bedrijventerrein zoals die in de structuurvisie voor Zun-
dert ten noorden van de Hofdreef is aangegeven.
De heer Adriaensen wijst erop dat betrokkene thans de bomen in de voortuin
kapt. Is daarvoor wel vergunning verleend is daarbij zijn vraag.
De heer Mariinissen merkt op dat er verschillen zijn in de diverse raadsstuk
ken in de kadastrale nummering en de oppervlakte van het betrokken perceel.
Hij vraagt daarover duidelijkheid.
De heer Arnouts pleit voor een snelle afhandeling van het verzoek.
De voorzitter antwoordt als volgt
- onderzocht wordt of de voorwaarde van de heer Antonissen wordt opgenomen in
de medewerking, een eerste indruk is echter dat zulks niet mogelijk is;
- het kappen betreft een reorganisatie van de voortuin; voor het kappen van
bomen in de voortuin in de bebouwde kom is geen kapvergunning vereist;
daarom wordt beoordeeld of het pand Bredaseweg 24 in de bebouwde kom ligt;
- de verschillen in kadastrale nummering en oppervlakte zullen worden onder
zocht en zonodig gecorrigeerd; bepalend is de tekening die bij het voorbe-
reidingsbesluit hoort.
De heer Adriaensen meent dat het perceel Bredaseweg 24 duidelijk buiten de
bebouwde kom ligt. Hij vraagt naar de belangenafweging tussen handhaving van
de bomen en die van betrokkene. Deze afweging heeft duidelijk niet plaatsge
vonden
Op verzoek van de heer Arnouts legt de voorzitter uit dat de voorwaarde van
de heer Antonissen niet moet worden gezien als een voorwaarde aan de antici
patieprocedure doch aan de later te verlenen bouwvergunning, nadat de proce
dure is gevolgd en Gedeputeerde Staten de vereiste verklaringen van geen be
zwaar hebben afgegeven.
- De -