- 5 - Op de vraag van de voorzitter of daarmede ook de extra gebieden de be scherming wordt gegeven ter voorkoming van nieuwe vestiging antwoordt de heer Nelemans dat dit juist is; slechts bestaande agrarische bedrijven mogen via de bouwblokmethode niet al te veel beperkingen worden opgelegd, uiteraard wanneer dit ook uit milieutechnisch oogpunt verantwoord is. De voorzitter merkt omtrent het ruilverkavelingsplan nog op dat juist aan dit plan ter bescherming van de ecologische hoofdstructuur normen zijn toegevoegd. Het bestemmingsplan ziet de agrarische bedrijvigheid in de ecologisch hoofdstructuur als een geheel, de ruilverkaveling ziet die aspecten afzonderlijk; het bestemmingsplan is dus algemener en de ruil verkaveling is op onderdelen gericht op de agrarische bedrijfsvoering. De heer Adriaensen gaat nogmaals in op de discussie in de commissie; daarbij was duidelijk dat - sommige delen van het buitengebied aan het gebied van het voorberei- dingsbesluit zouden moeten worden toegevoegd; - hoewel de tekst van het aanlegvergunningenstelsel niet bekend was, deze juridisch waterdicht moest zijn; deze zou thans weer opnieuw moeten worden beoordeeld. Er is echter niet veel te verbeteren; - het ruilverkavelingsplan niet meer de basis kan zijn van een bestem mingsplan gelet op de gewijzigde inzichten bij de uitvoering daarvan en het hanteren van de ecologische hoofdstructuur. Hij betreurt de aanhouding. De heer Poppelaars gaat in op "het gebied nabij de Reten" waarin op grond van het riulverkavelingsplan niet mag worden gebouwd, terwijl het aanleg vergunningenstelsel in tegenstelling tot de ruilverkaveling een beperking van het agrarische gebruik inhoudt. Gelet op een gewenste nadere belan genafweging en een nadere discussie in de commissie houdt hij vast aan de aanhouding van de beslissing op het voorstel. De voorzitter merkt op dat de standpunten van de ruilverkavelingscommis sie bij de uitvoering van de plannen in relatie met de voorbereiding daarvan wel zijn veranderd. De heer Jacobs houdt ook vast aan een hernieuwde beoordeling door de com missie zodat in de volgende vergadering het besluit kan worden vastge steld. De heer Arnouts verlangt eveneens een hernieuwde behandeling in de com missie De heer Verheiien kan een en ander niet begrijpen nu het bestemmingsplan en als onderdeel daarvan dit voorbereidingsbesluit al zo lang op de rol staat. De voorzitter kan zich de aanhouding wel voorstellen nu het een belang rijk besluit betreft dat evenwel als uitgangspunt voor de volgende verga dering overeind blijft. Daardoor komt ook, al is het wat later, het be stemmingsplan toch dichterbij, de vaststelling daarvan in 1992 blijft immers ongewijzigd. Vervolgens besluit de raad met de stemmen van de heren Adriaensen en Verheijen 'tegen' (de overige leden stemmen 'voor') in afwijking van het voorstel, de beslissing daarop aan te houden. - Voorstel -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1991 | | pagina 369