- 2 - Op de daartoe strekkende vraag van de heer Adriaensen die het betreurt dat de afdeling Rechtspraak van de Raad van State niet meer de uitleg van de gemeen te Zundert over de toepassing van artikel 352 van de gemeentelijke bouwveror dening kan toetsen, antwoordt de voorzitter omtrent de afspraken als volgt de afspraak is gelegen in het feit dat overeenkomstig het vastgestelde bestemmingsplan 'niet-agrarische bedrijven in het buitengebied' er geen bebouwing op het westelijke gedeelte van de Bredaseweg (waarvoor de bouwvergunning was gevraagd) zou plaats vinden doch op het oostelijke bedrijfsperceelwaarop zich ook het garagebedrijf bevindt, een gebruik van het westelijke perceel als stallingsplaats voor vracht wagens wordt toegelaten op grond van het overgangsrecht doch niet in het genoemde plan positief bestemd. de trailer met reklameteksten voor het bedrijf is inmiddels op verzoek van het kollege verwijderd. Omtrent stuk nr. 3 inzake verkoop onder andere van het perceel Hoge Dreef 6. De heer Arnouts verzoekt de belangen van buurtschap De Berk die haar corso wagens op het naastgelegen perceel bouwt nogmaals bij de koper uitdrukkelijk onder de aandacht te brengen, terwijl de heer Mariinissen aandringt op de verwijdering van het puin van het ingestorte pand. Voor de jeugd is het levensgevaarlijk. Hij sluit zich overigens voorts aan bij de opmerking van de heer Arnouts De heer Adriaensen vraagt zich af waarom bij de stukken de voorwaarde/wens van het kollege ontbrak het pand in de oorspronkelijke stijl terug te laten bouwen. De voorzitter antwoordt als volgt: de belangen van de corsobouw op het naastgelegen perceel zijn in de notariële akte aan de koper medegedeeld; die moet het aan de volgende koper(s) van het pand en perceel eveneens als voorwaarde opnemen, het puin blijft liggen tot na de eigendomsoverdracht zodat het b.t.w. vrij is en de gemeente daarover geen b.t.w. behoeft te betalen, de voorwaarde tot herbouw van het karakteristieke pand is wel degelijk aan de koper bekend. Omtrent stuk nr. IV 3 inzake opheffing Driekoningenoord. Op de opmerkingen van de heer Van den Broek omtrent de financiële gevolgen van de opheffing n.l. de wachtgeldregeling en de bodemsanering antwoordt de heer Roks dat er geen problemen zijn met de wachtgeldregeling. Het personeel is inmiddels naar een andere werkgever overgestapt. De kosten van de bodemsa nering kunnen meevallen nu is gekozen voor een bedrijfsbestemming van het perceel in plaats van een woonbestemming. Omtrent stuk IV 3. Inzake ontwerpjaarrekening 1991 Werkvoorzieningsschap West-Noord Brabant. De vragen van de heer Mariinissen over mogelijke nadelige gevolgen voor de gemeente Zundert inzake de claim van het ministerie bij het schap tot terug betaling van een aanzienlijke som verwijst de voorzitter naar de behandeling van agendapunt 13. Omtrent -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1991 | | pagina 175