- 10 -
De voorzitter ziet daarvoor geen enkele aanleiding nu de provincie het rap
port van een zogenaamde gifvrij verklaring heeft voorzien.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten met dien verstande dat de heren Damen,
Jacobs en Marijnissen slechts instemmen met het voorbereidingsbesluit voor de
eerste fase.
8. VOORSTEL TOT AANKOOP VAN HET PERCEEL SEKTIE F. NR. 4830 MET WONING,
PLAATSELIJK BEKEND PASTOOR DE BAKKERSTRAAT 38 TE ACHTMAAL.
Op de daartoe strekkende vraag van de heer Verheijen antwoordt de heer Van
der Kloot dat de C.L.T.V. het gemeentelijke bod bij de andere aanbiedingen
van de openbare inschrijving zal betrekken.
De heer Marijnissen wijst op het nabijgelegen milieuhinderlijke bedrijf dat
de plannen van de gemeente met de aan te kopen gronden behoorlijk kan dwars
bomen
De voorzitter antwoordt dat het aankoopbedrag alleszins redelijk is en dat
daarmede ook de nodige voordelen worden gehaald.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
VERVOLGENS SCHORST DE VOORZITTER DE VERGADERING OM 20.50 UUR. DEZE WORDT OM
21.05 UUR HEROPEND.
9. VOORSTEL TOT VERHUUR VAN HET JACHTRECHT OP GEMEENTEGRONDEN AAN DE
VERENIGING WILDBEHEEREENHEID ZUNDERT.
De heer Antonissen wijst op de wildschade aan de sportvelden, kerkhoven en
openbare plantsoenen. Hij verzoekt om overleg met de betrokken jager van de
wildbeheereenheid teneinde daaraan paal en perk te stellen.
De heer Verheiien meent dat de gemeente een kans voor open doel mist door in
de overeenkomst enkele specifieke voorwaarden niet op te nemen. Hij miste
overigens de overeenkomst in de stukken. Hij vraagt met name de voorwaarden
op te nemen over de biotoopverbetering en natuurbeheer, temeer nu dezelfde
vereniging kleiduivenschietwedstrijden bij natuurgebieden houdt.
Hij konstateert deze tegenstelling ook omdat de vereniging pretendeert be
schermde vogels niet te bejagen, terwijl zij wel de intentie uitspreekt der
gelijke vogels te blijven bejagen. Een beheersjacht is dan wel te billijken,
doch dat moet volgens hem nog blijken.
Hij verzoekt voorwaarden in de overeenkomst over de beheersjacht op te nemen.
Hij vraagt naar het standpunt van de heer Rokstemeer nu deze zich in het
verleden heeft uitgesproken tegen de overeenkomst. Hij stelt voor nu geen
overeenkomst beschikbaar was de beslissing op het voorstel aan te houden.
De heer Arnouts verzoekt de drie jagers die nog het recht hebben op gemeente
gronden te jagen, de mogelijkheid te gunnen de gronden van de Wildbeheer
eenheid te gebruiken voor de jacht.
- De