- 20 -
D. De heer Arnouts en de fraktie Werknemersbelangen achten het gehele be
zwaar gegrond terwijl het CDA, WD, Groen Zundert en Agrarisch Belang
de bezwaren gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond vinden.
Beslissing met 11 stemmen 'voor' en 4 stemmen 'tegen' worden de
bezwaren onder 12 en 4 gegrond verklaard en het bezwaar
onder 3 ongegrond verklaard.
17. RUCPHENSEWEG 13a.
ABezwaren
Accountantskantoor Vreijsen B.V. te Zundert stelt bij brief van 4 ja
nuari 1991, ontvangen op 7 januari daaraanvolgend namens V.O.F. Snep
vangers Autobanden, Rucphenseweg 13a te Zundert met een verwijzing
naar de brieven van 6 december 1988 en 16 december 1989 het volgen
de
- het betrekken van een gedeelte van het naastgelegen onbebouwde per
ceel bij het bedrijf en de opname van de mogelijkheid tot de bouw
van een nieuwe bedrijfsruimte van 300 m2
- het bebouwingsvlak van dit perceelsgedeelte zou 1.000 m2 dienen te
bedragen;
- de opname van de mogelijkheid tot de bouw van een tweede bedrijfs
woning
BWeerlegging
Met de brief van 16 december 1989 moet bedoeld zijn de brief van 16
augustus 1989 waarbij tijdens het houden van de inspraakronde, ge
stoeld op de inspraakverordening 1985, het verzoek van 6 december 1988
wordt herhaald.
Ad 1/2 Het verzoek van 6 december 1988 is afgewezen, omdat met deze
plannen de totale oppervlakte aan bedrijfsruimten ca. 2.300 m2
zou gaan bedragen. Een dergelijke grootschalige uitbreiding is
echter gelet op de uitgangspunten van dit ontwerpbestemmings-
plan niet aanvaardbaar. Het doel van dit plan is immers om be
staande niet-agrarische bedrijven op hun huidige lokatie een
beperkte tot redelijke uitbreidingsmogelijkheid te geven. Deze
oppervlakte kan gelet op het genoemde uitgangspunt van het ge
ven van een beperkte tot redelijke uitbreidingsmogelijkheid van
660 m2 met 140 m2 tot 800 m2 worden uitgebreid. Indien hij ge
bruik maakt van deze mogelijkheid, lijkt het bouwperceel te
klein te worden voor een goede bedrijfsvoering. Tegen een ver
groting van het bebouwingsvlak zonder vergroting van de bouwmo
gelijkheden bestaat geen bezwaar.
Ad 3 Omtrent de bouw van een tweede bedrijfswoning merken wij nog op
dat de noodzaak ter plaatse niet is aangetoond.
- Advies -