- 16
13/
14. DE FRAKTIE GROEN ZUNDERT EN DE VERENIGING MILIEUGROEP ZUNDERT.
A. Bezwaren.
Groen Zundert en de Vereniging Milieugroep Zundert hebben bij brieven
van 16 en 13 januari 1991, beide op 16 januari 1991 ontvangen als
volgt gereageerd
a. Groen Zundert ondersteunt de bezwaren van de Vereniging;
b. de Vereniging Milieugroep Zundert stelt het volgende
1. het plan is in strijd met het provinciale beleid en er is geen
afweging gemaakt of bestaande niet-agrarische bedrijven uit fi
nanciële of bedrijfseconomische redenen naar een bedrijventer
rein kunnen worden verplaatst;
2. ook is er geen saneringsregeling, met name in de landschappelijk
kwetsbare gebieden, nu alle bedrijven mogen uitbreiden;
3. de Rupchenseweg en de voormalige rijksweg 254 zijn langgerekte
bedrijventerreinen geworden; daaraan bevinden zich de meeste
bedrijven; gelet op cultuurhistorische waarden van deze wegen
dient juist de bedrijvigheid daarlangs te worden verminderd;
4. in de natuurlandschappelijke waardevolle gebieden krijgen 5 van
de 12 bedrijven meer dan de in het plan aangegeven norm;
5. twee horecabedrijven aan de Rucphenseweg en aan de Roosendaalse-
baan verkrijgen teveel uitbreidingsmogelijkheden;
6. de autosloperijen in het buitengebied worden ook opgenomen;
7. een drietal bedrijven verkrijgt meer dan 25% uitbreidingsmoge
lijkheid, terwijl bij een 7 tal bedrijven verplaatsing naar een
bedrijventerrein moet worden overwogen;
8. de normen van de kwantiteit of kwaliteit van de uitbreidingen
worden nergens aangegeven;
9. de groenstrook van 5 m' is te smal.
BWeerlegging
Ad 1/2. a. In het eerste gedeelte van de toelichting van het plan en
van deze nota is duidelijk vermeld dat het plan in samen
spraak en overleg met de provincie is opgesteld en dat het
plan uitgaat van een regeling voor bestaande niet agrari
sche bedrijven; nieuwvestiging van dergelijke bedrijven is
uitgesloten. Het betekent in samenhang met de mogelijkheid
om bestaande niet agrarische bedrijven voor agrarische
doeleinden aan te wenden wel degelijk een saneringsrege
ling. De toegekende mogelijkheden zijn immers eenmalig. Dit
betekent dat het beleid van de provincie en de gemeente op
elkaar is afgestemd,
b. Bij niet opname in dit plan zouden de bedrijven in het plan
komen te vallen onder het overgangsrecht van het nog te
behandelen bestemmingsplan Buitengebied. Dit is bij een
aantal bedrijven gebeurd. Dit recht nu wordt afzonderlijk
bepaald en vastgelegd. Daarbij worden dus de bedrijven po
sitief bestemd en verkrijgen zoals in de inleiding is ver
meld afhankelijk van de ligging een beperkte, matige of
ruime uitbreidingsmogelijkheid.
Ad 3. Van de Rucphenseweg en de Bredaseweg/Wernhoutseweg wordt geen
langgerekt bedrijventerrein gemaakt. Vanoudsher zijn hierlangs
vele niet-agrarische bedrijven gevestigd. Te denken valt aan
transportbedrijven en horeca en tankstation. Omdat deze er zijn
- worden -