- 9 -
CAdvies
De meerderheid van de commissie, behalve de fraktie Groen Zundert (deze
wil eerst de uitspraak van de Raad van State in het bodemgeschil over
de bouwvergunning afwachten) adviseert uw raad het bezwaar ongegrond te
verklaren.
D. De heer Arnouts acht het bezwaar ongegrond, de fraktie Groen Zundert
wil eerst de uitspraak van de Raad van State afwachten en onthoudt zich
van stemming. De overige frakties achten het bezwaar ongegrond.
Beslissing het bezwaar wordt met 13 stemmen "voor" en 2 onthoudingen
ongegrond verklaard.
5. BREDASEWEG ongenummerd kadastraal bekend sektie B. nr. 2502 (stallings
plaats bedrijfswagens).
A. Bezwaren.
De heer mr. B. Baan te Etten-Leur dient namens de heer P. v. Rijkevor-
sel, Bredaseweg 42 te Zundert bij brief van 10 januari 1991, ontvangen
op 14 januari 1991 inzake bovengenoemd perceel het volgende bezwaar
in
- het bedrijf van de heer van Rijkevorsel wordt aan beide zijden van de
Bredaseweg uitgeoefend, op de oostzijde (het bedrijfsperceel) staat
de bedrijfsbebouwing en op het perceel aan de westzijde worden be
drijfswagens gestald.
Het is volgens de heer Baan niet juist dat dit westelijke perceel, vol
gens een vrijstelling ingevolge artikel 352, lid 4 van de gemeentelijke
bouwverordening als stallingsplaats voor bedrijfswagens in gebruik,
niet in het bestemmingsplan wordt opgenomen en dus met het oostelijk
deel wordt ontkoppeld. Volgens hem moet ook dit perceel volgens vaste
jurisprudentie in het plan worden opgenomen. Het schaadt teveel de
rechtszekerheid dat een perceel slechts met een vrijstelling en niet
volgens een bestemmingsplan een bepaald gebruik heeft.
BWeerlegging
In eerdere ontwerpen was van een koppeling van beide perceelsgedeelten
sprake. Onder het advies van de provinciale planologische commissie tot
concentratie van bedrijfsbebouwing op het oostelijke perceel dient vol
gens ons ook te worden verstaan, de ontkoppeling van beide percelen en
dus geen opname van het westelijk perceel in het plan. Het is het be
stuurlijke uitgangspunt van de gemeente dat het voormalige agrarische
perceel, via het overgangsrecht van het huidige en nog vast te stellen
bestemmingsplan Buitengebied slechts tijdelijk anders in de gebruik,
altijd weer voor de agrarische bedrijfsvoering kan worden aangewend.
Dit is niet mogelijk indien het perceel thans in dit plan wordt opgeno
men. Overigens wordt volgens ons de rechtszekerheid niet geschaad nu
het plan volgens de voorschriften van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
ter inzage heeft gelegen en het gebruik op perceel B 2502 onder het
o overgangsrecht komt te vallen.
- Advies -