31 mei 1990, nr. 1
Notulen van de openbare vergadering van
de raad der gemeente Zundert, gehouden op
1 mei 1990 om 1930 uur in de hal van het
gemeentehuis
Aanwezig zijn de leden
de heren P.J.S.M. Adriaensen, J.A.C.
Antonissen, A.P.A.J. ArnoutsL.J.M. van
den Broek, J.J. Damen, A.M.M. v.d. Kloot,
C.A.M. Marijnissen, F.C.M. de Meijer,
R.J.H.M. Nelemans, H.J.M. Poppelaars
J.C.H. Roksmevr. M.P.F. Sprenkels-van
Dijck, de heren C.J.A. Vanlaerhoven,
A.J.P. Verheijen en mevr. A.C.M. Voeten-
Damen
Voorzitter is de heer
Sekretaris is de heer
N.A.J. Molhoek, burgemeester
A.J.M. Anthonissen, loco sekretaris.
OPENING
De voorzitter opent de vergadering met het uitspreken van het voorgeschreven
gebed en stelt de agenda aan de orde.
1. BEËDIGING TOEGELATEN LEDEN VAN DE RAAD.
De voorzitter heet de leden welkom, in het bijzonder hen die voor het eerst
deelnemen aan een raadsvergadering, nlde heren Antonissen, v.d. Broek, de
Meijer, Poppelaars, mevrouw Sprenkels en de heer Vanlaerhoven. Hij zet de
bedoeling uiteen van de af te leggen zuiveringseed of belofte en de ambtseed
of gelofte, nl. dat juist de ambtseed ogenschijnlijk een paradox inhoudt.
Het is nog maar de vraag of de raad met de trouw aan de grondwet en de
rijkswetten ook het belang van Zundert dient. De komplexiteit van het
bestuur is nu eenmaal daarvan een gevolg.
Ik verzoek u bij het afleggen van de voorgeschreven eden te staan, en deze
te beantwoorden met "Zo waarlijk helpe mij God almachtig" dan wel "dat
verklaar en beloof ik". Bij de ambtseed is dit laatste "dat beloof ik".
De voorzitter leest vervolgens staande de zuiveringseed voor. "Ik zweer
(verklaar) dat ik om tot lid van de raad te worden benoemd, direktelijk of
indirektelijk aan geen persoon onder wat voor naam of voorwendsel ook enige
giften of gaven beloofd of gegeven heb. Ik zweer (beloof) dat ik om iets
hoegenaamd in deze betrekking te doen of te laten van iemand hoegenaamd
enige beloften of geschenken aannemen zal direktelijk of indirektelijk".
De heren Antonissen, Arnouts, v.d. Broek, v.d. Kloot, de Meijer, Nelemans,
Poppelaars, Roks, mevrouw Sprenkels en de heer Vanlaerhoven leggen de zuive
ringseed af met de woorden "Zo waarlijk helpe mij God almachtig".
De heren Adriaensen, Damen, Marijnissen, Verheijen en mevrouw Voeten leggen
de zuiveringseed af met de woorden "dat verklaar en beloof ik"
De