- 6 -
De heer Adriaensen wijst op het kollegestandpunt op grond waarvan tot voor
kort geen medewerking werd verleend aan het verzoek.
Hij zet zo zijn vraagtekens bij de voorgestelde oplossing om thans voldoende
waarborgen in te bouwen tot sloop in de toekomst van de huidige woning Oude
Heistraat 3/5/Thans weet niemand weet hoe een gemeentebestuur over enkele
jaren over de sloop denkt. Daarbij neemt hij in aanmerking de plannen van
het konstruktiebedrijf tot fikse uitbreiding waarbij wellicht ook op termijn
een tweede bedrijfswoning noodzakelijk is. Ook de belofte rond het bedrijf
een adequate groenstrook van tenminste 15 m. breed (als dan ontstaat er im
mers volgens hem een voldoende landschappelijke inpassing), heeft bij hem
niet alle twijfels weggenomen. Daarom stemt hij niet in met het voorstel.
De heer Mariinissen steunt het kollegevoorstelteneinde ook het bedrijf aan
een passende bedrijfswoning te helpen. Op zijn vraag of de sloop ook geldt
voor huisnummer 5 antwoordt de voorzitter bevestigend.
De voorzitter gaat niet in op de opmerkingen van de heer Adriaensen. deze
zijn immers in de betrokken commissievergadering voldoende in de diskussie
betrokken en beantwoord.
Vervolgens wordt met 13 stemmen 'voor' en 2 stemmen 'tegen' (die van de
heren Adriaensen en A. Verheijen) overeenkomstig het voorstel van burgemees
ter en wethouders besloten.
7. VOORSTEL TOT WIJZIGING VAN DEN "ALGEMENE VOORWAARDEN BETREFFENDE DE
VERKOOP VAN DE BOUWGROND VOOR WONINGBOUW".
De heer Mariinissen stelt voor om het boetebeding in artikel 6 tot betaling
van f 10.000,-- en een dwangsom van f 500,-- per dag per overtreding bij een
weigering van de medewerking aan het notarieel transport aan te passen. Het
is voor hem een onaanvaardbare voorwaarde geworden.
De heer Adriaensen wijst hem er op dat deze voorwaarde op 13 september 1978
is opgenomen op het moment dat betrokkene wethouder was.
Hij meent dat mogelijke aanpassing van deze en andere voorwaarden maar in
commissieverband moeten worden besproken.
De voorzitter merkt op dat een gemeentebestuur alleen in het uiterste geval
en slechts bij noodzaak een dergelijke bepaling hanteert. Eerst wordt onder
zocht of de problemen die zich bij koop kunnen voordoen in goed overleg kun
nen worden opgelost. Om te voorkomen dat men bij betaling van de boete en
dwangsom de voorgenomen koop kan omzeilen, dient de bepaling te worden ge
handhaafd. Van de bepaling is overigens bij zijn weten nog geen gebruik ge
maakt
De heer Mariinissen meent dat naar aanleiding van een voorval bij mogelijke
toepassing van dit artikel de reakties terzake voor hem aanleiding zijn
thans aan te dringen op een aanpassing van de voorwaarden.
De voorzitter verwijst naar de betrokken diskussie in de commissie waarbij
is toegezegd dat een aanpassing in commissieverband kan worden besproken.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten met dien verstande dat de fraktie Werk-
nemersbelangen aandringt op een bespreking en aanpassing van voorwaarde 6.
- 8.