Amendement 3
art.4-1.7 dient te worden uitgebreid met een artikel dat de
geluidshinder in natuurgebieden regelt. Dit zogen, anticross-
art. kan worden geformuleerd aan de hand van tekstvoorstellen
in de brief van het korps rijkspolitie d.d12.3.1988.
Dit moet gelden voor eventuele overlast van motorvoertuigen en
bromfietsen in die gebieden.
Amendement 4
In afd.2 staat niets- geregeld over het bedrijfsmatig afval
Opgenomen moeten worden bepalingen ter wering van het stóppen
van bedr i j fsafval in of op de bodem, het verbranden er, opslag
van bedrijfsafval en produkten, zoals bijv.kwekerijprodukten
Toelichting: de hinderwet is geen toereikend instrument om dat
die alleen betrekking heeft op de situatie op het bedrijf.
Dit nalaten houdt in dat noch de afvalstoffenverordening, noch
de hinderwet, noch de a.p.v. van toepassing is.
Amendement 5
In afd.2 verdient het aanbeveling de afvalverbranding van
partikulieren nader te regelen.
Toelichting dit betreft zowel partikuliere huishoudens als
het priveverbranden van afval. Dit veroorzaakt heden veel
stookover1 ast en is uiteraard slecht voor ons milieu.
Amendement 6
In afd.2 dient een verbod opgenomen te worden voor het
afbranden van ruigten en bermen.
Toelichting: Groen Zundert stelt voor voor dit art. de tekst te
gebruiken conform de brief van het korps rijkspolitie
d.d.10.4.1989.
Het is verboden om ruigten, riet- en hout opstanden op-
terreinen, langs wegen, bermen, slootkanten en wallen of dijken
af te branden.
Tussen de periode van 1 oktober tot 1 februari kan het kollege
ontheffing verlenen.
- <L