- 5 -
In het verleden is gebleken dat zonder de onteigeningsbevoegdheid zaken
dreigden mis te lopen, nu wordt met deze bevoegdheid de onderhandelings
positie van de gemeente versterkt.
Hij kan met inachtneming van de genoemde voorwaarden met het voorstel in
stemmen; een slagvaardig beleid is immers van essentieel belang.
De heer Ponnelaars kan met het voorstel met name het onderdeel van de aanleg
van de Hofdreef instemmen, doch wijst er op dat van de onteigeningsbevoegd
heid slechts gebruik mag worden gemaakt indien de onderhandelingen op minne
lijke basis niet tot het gewenste resultaat leiden.
De heer Adriaensen kan in principe met het gebruik van de onteigeningsbe
voegdheid instemmen. Hij betreurt het dat het verslag van de betrokken kom
missievergadering R.O.M. niet ter inzage lag; daarin is besproken dat eerst
in 1992 de gronden aan de Hofdreef voor bebouwing in aanmerking komen, zodat
in 1991 nog volop kan worden onderhandeld.
Hij kan met de door de heer Antonissen geformuleerde nadere voorwaarden tot
het gebruik van de onteigeningsbevoegdheid instemmen, met die aanvulling dat
eerst na 1 jaar, hiervan gebruik wordt gemaakt.
De heer Mariinissen noemt het onfantsoenlijk dat op voorhand van de onteige
ningsbevoegdheid gebruik wordt gemaakt. De dreiging dat hiervan wordt ge
bruik gemaakt wordt te vroeg aan de mensen met wie de gemeente in onderhan
deling is, opgedrongen. Men moet echter met dit beginsel zorgvuldig omsprin
gen. Hij mist een overzicht van het resultaat van de onderhandelingen, zodat
hij niet met het voorstel kan instemmen.
De heer Arnouts meent dat eerst na lang onderhandelen van de onteigenings-
bevoegdheid gebruik mag worden gemaakt.
De voorzitter merkt op dat de bevoegdheid gelet op zaken in het recente ver
leden, waarbij de gemeente slechts na veel moeite gronden kon verwerven,
toch wel vereist is, zeker met name voor de aanleg van de Hofdreef. 1991 zal
daarbij worden benut voor de aankooponderhandelingen over de gronden voor
woningbouw aan de Hofdreef.
Met het voorstel wordt voorkomen dat het kollege straks het verwijt krijgt,
dat (als op een later tijdstip de onteigeningsbevoegdheid wordt aangeboden)
men in verband met tijdnood maar eerder het voorstel had moeten doen.
Het verslag van de betrokken kommissie vergadering is inmiddels in ontwerp
gereed en komt binnenkort ter inzage.
Hij merkt op dat de voorwaarden van de heer Antonissen slechts intenties
zijn, omdat de voorwaarden waaronder van de bevoegdheid gebruik mag worden
gemaakt expliciet in de Onteigeningswet zijn vermeld. De aanvulling van de
heer Adriaensen om daarmede 1 jaar te wachten kan ook niet omdat tussen het
starten van de procedure en de uitspraak tot onteigening geruime tijd ligt.
In het kader van de noodzakelijke aanleg van de Hofdreef, waarvan de gronden
al in 1991 in bezit moeten zijn, is de onteigeningsbevoegdheid noodzakelijk.
De bevoegdheid is in de wet aangegeven en is dus niet onfatsoenlijk.
Overigens wordt gedwongen eigendomsoverdracht aan strenge regels gebonden,
waarbij van belang is de vraag van de rechter welke stappen de gemeente
heeft ondernomen om gronden op minnelijke basis aan te kopen.
Resumerend kan aan de intenties van de heer Antonissen worden voldaan doch
niet aan de aanvulling met 1 jaar van de heer Adriaensen.
- Op -