WERKNEMERBBELAWGENBEGROTING 1991 TWEEDE TERMIJN 1 - 3 - Mi jnheer de voor:i tter Behoudens eert aantal gestaakte- opmerkingen aan het. begin van Uw eet st*. reactie op de Algemene Beschouwingen van de verschillende -fracties, heeft het college zich nauwelijks uitgesproken over het voorgestane beleid zoals dat in de verschillende verhalen naar voren is gekomen. Wei heeft U antwoord op alle concrete vragen gegeven, maar de vaststelling van een begroting, inclusief een meer jar ent aming, is s.och in de eerste plaats een vertaling van beleid dat het college voorstaat. We mogen dan tocht ooi: verwachten dat het college reageert op beleidsmatige aspecten en opmerkingen die, uiteraard «iet name door oppositiepartijendaartegenover worden gesteld. Uw spreekt, als voorzitter van het college, van een goede saamhorigheid binnen dat college, maar als we de beide wethouders kritisch beluisteren, klinkt daar een heel andere ondertoon in door: Beidf^trachten zij zich zo positief mogelijk te profileren. Wethouder v.d. Kloot maakt gewag van zijn komende eerste grote succes als —wethouder terwijl wethouder ftoks er prat op gaat persocnlijk de ^ver kloosheid terug gedrongen te hebben. Het woord "ik" klinkt in hun antwoorden val:er dan de woorden "het college" of "wij De VVD hamert opnieuw op goede verstandhoudingen in de raad, maar wat vul zij daar concreet toe bijdragen Waarom wenste de VVD dan niet met Werknemersbeiangen te onderhandelenterwijl de beide raadsleden van deze partij voor de verkiezingen dat contact wei zeiden te willen De agrariërs zijn blij met hun brede coalitie. Maar waarom hebben zij elke mogelijkheid om die coalitie nog breder te maken, laten liggen Waarom wilden de agrariërs niet met ons praten V Wellicht kunnen zij het ons alsnog vertel 1en. En het CDA geeft er tenslotte blijk van de kijk op de realiteit helemaal uit het oog te hebben verloren, door zonder blikken of blozen te zeggen dat niemand in Zundert spijt zal hebben van het in hen gestelde vertrouwen. De wens is hier duidelijk de vader van de gedachte, of denkt men bij het CDA nu werkelijk dat Zundertse kiezers zo dom zijn gaat niet in op het functioneren van de commissies en het ontbreken van wederzijdse informatie—uitwisseling tussen college en commissie. Dat betekent dat we mogen verwachten dan ook in de komende jaren met name de oppositie partijen te weinig kans zullen krijgen om van begin af aan mee te werken aan de ontwikkeling van bepaalde plannen. Dat is niet alleen frustrerend voor raads- en commissieleden, maar zeker ook voor de beoogde betere verstandhoudingen Zoals in de afgelopen maanden al zo vaak is gezegd, wekt U door deze handelwijze de schijn dat er zaken zijn die niet in de openbaarheid mogen komen Wij betreuren dat, omdat we ook graag van meet af aan constructief betrakken willen zijn bij de antwikkeling van concrete plannen. Wij blijven erbij dat door een betere betrokkenheid van de bestaande commissies, de instelling van nieuwe commissies overbodig is.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1990 | | pagina 264