ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1991 - WERKNEMERSBELANGEN
-52-
Hoofdfunctie 9
Ook dit jaar sluit de begroting «et een gering positief saldo.
Oplopende rente laat ook zijn sporen na in de investeringen.
Anderzijds echter zijn er belangrijke meevallers te noteren, zeker op
langere termijn in het kader van de uitkeringen t.b.v. onderhoud van
wegen, waarvoor op termijn een forse structurele uitkering tegemoet
gezien kan worden.
Desondanks blijft bezuinigen noodzakelijk om noodzakelijke
investeringen te kunnen blijven betalen. Dat is voor een gedeelte de
erfenis van een (te) fors investeringsbeleid in de afgelopen jaren.
De lasten die als gevolg van deze investeringen nu jaarlijks op de
begroting drukken, ontnemen het gemeentebestuur de benodigde
financiële ruimte voor noodzakelijke investeringen in de komende
jaren.
Dat leidt tot zeer sobere investeringsschema's voor 1992 en verdere
jaren, waarbij desondanks gerekend wordt op een begrotingstekort. In
dat kader wordt het natuurlijk steeds aantrekkelijker om een greep uit
de reserves te gaan doen, zeker omdat de cumulatie van bezuinigingen
niet eindeloos verder kan gaan.
Dat de reserves nog hoog zijn, mede o.i.v. de verkoop van het
gasbedrijf, betekent natuurlijk niet dat we ongestoord verder kunnen
investeren. Enerzijds zorgen de reserves voor dekkingsmiddelen
{rente), anderszijds zijn ze voor een aanzienlijk deel besterode
reserves
We vinden dan ook dat bij nieuwe investeringen niet te vaak en te veel
uit de reserves geput moet worden.
Bij de genoemde mogelijkheden om te bezuinigen moet wel bedacht worden
dat niet eindeloos de ene bezuiniging op de andere gestapeld kan
worden zonder de kwaliteit van het gemeentelijk produkt aan te tasten.
Niet opvullen van vacatures bijvoorbeeld leidt tot meer uitbesteden
van werk, of tot grotere achterstanden.
Daarnaast kan o.i.v. deze factoren de werkdruk op het personeel erg
groot worden, hetgeen leidt tot toenemend ziekteverzuim.