ALGEMENE BESCHOUWINGEN 1991 - WERKNEMERSBELANGEN -20- De heer hamen: Mijnheer de voorzitter, Traditiegetrouw wil de fractie Werknemersbeiangen haar beschouwingen op de begroting voor het jaar 1991 beginnen met een blik op de politieke ontwikkelingen van het afgelopen jaar. Het zal inmiddels voor iedereen duidelijk zijn dat de gemeenteraadsverkiezingen en de daarop volgende coalitievorming in de ogen van het overgrote deel van de bevolking van Zundert een schertsvertoning zijn geweest. Dat heeft geleid tot een college met enerzijds een wethouder van wie we allemaal weten dat hij wel heel erg enthousiast is geweest bij het aan zich binden van de kiezers. Balancerend op het randje van de wet, en wellicht soms zelfs over dat randje schraapte hij weliswaar de wetbouderszetel moeizaam bij elkaar, maar niet nadat zijn coalitiepartners schriftelijk in de coalitieovereenkomst lieten vastleggen dat deze VVD-wethouder betrouwbaar en integer zou zijn. We hebben ons toen al afgevraagd of men dan geen al te groot vertrouwen had in deze wethouder. Van hoeveel waarde die verklaring is geweest, moge intussen wel duidelijk zijn 11 Anderszijds is er de CDA-wethouder die letterlijk tweede keuze was bij de verkiezingen. Met argumenten die zeker voor de verkiezingen bekend wareni trachtte deze fractie de vele kiezers te overtuigen dat deze wethouder slechts door een overmachtsituatie op zijn zetel terecht kwam, omdat de man rondom wie de hele campagne was gevoerd en vooral opgrond van wiens werk een forse overwinning werd behaald, voor het wethouderschap De^kiezers weten wel beter en het woord kiezersbedrog is in Zundert wellicht nog niet zo vaak gevallen als bij deze coalitievorming. Dat de bevolking er geen vertrouwen in heeft is duidelijk, en terecht. Gezien de perikelen rondom de WD-wethouder, mag toch geconstateerd worden dat de gemaakte afspraak over betrouwbaarheid en integriteit geen enkele waarde heeft, als in de hele affaire de coalitiegenoten van wethouder Koks niet eenmaal ook maar de geringste kritische vraag over de hele affaire stellen. Door deze politieke affaire, die zelfs landelijk de publiciteit haalde, wordt de positie van de wethouder er niet sterker op. ?faj[ ook de positie van het college als geheel is aangetast. Het feit dat het college categorisch weigert om tegemoet te komen aan een wens van een belangrijk gedeelte van de raad, om in een besloten vergadering de affaire te bespreken, vindt Werknemersbe1angen ongepast en democratisch onjuist. De stellige indruk dat er zakenzijn gebeurd die het daglicht niet kunnen verdragen, wordt door zo n houding alleen maar versterkt. Vandaar dat Werknemersbeiangen in de vorige raadsvergadering vraagtekens heeft geplaatst bij de geloofwaardigheid van het college.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1990 | | pagina 164