- 8 -
De heer Mariinissen verwijt de heer Adriaensen dat met de reaktie het een
agrariër onmogelijk wordt gemaakt te bouwen, een noodzaak die door de
commissie Agrarische Bouwaanvragen de gemeenteraad en het kollege heeft
ingezien.
Hij betreurt overigens de uitlatingen van de heer Nelemans over democra
tische genomen besluiten en uitvoering daarvan en het opleggen van besluiten
door meerderheden aan minderheden.
De voorzitter verwijst de heer Adriaensen naar de betrokken passage in het
voorstel waar staat dat het bezwaarschrift is gericht tegen een beschikking
zodat de wet Arob van toepassing is. Voor een ontvankelijkheid is echter
meer nodig dan het aanwezig zijn van een beschikking nl. dat men door de
beschikking ook rechtstreeks in zijn belang moet worden getroffen.
Het rechtstreeks in het belang zijn getroffen is bij de fraktie Groen
Zundert en de Vereniging Milieugroep Zundert niet aanwezig, zodat men daarom
niet ontvankelijk moet worden verklaard.
Een en ander is duidelijk in het voorstel verwoord.
De heer Nelemans benadrukt dat het niet de bedoeling kan zijn dat burgers
de dupe worden van besluiten van de raad, waarmede een minderheid van de
raad het niet eens is. Daarmede vertraagt men nodeloos de procedure en
vergroot men de onzekerheid voor de burgers.
De heer Adriaensen herhaalt dat er sprake is van een beschikking bij het
voorbereidingsbesluitOverigens heeft zijn fraktie een afgeleide verant
woordelijkheid terwijl de Vereniging Milieugroep Zundert wel degelijk
belangenhebbende is
Hij houdt vast aan zijn stelling in het bezwaarschrift dat op grond van de
voorschriften van het uitbreidingsplan in hoofdzaak een vrijstelling slechts
eenmaal en niet tweemaal kan worden verleend. Het kollege handelt door de
vrijstelling tweemaal te verlenen dus in strijd met het bestemmingsplan. In
dit verband wijst hij op zijn gelijk middels de brief van de advocaat in
1988 toen deze zaak bij de bouw van de bedrijfsruimte ook al speelde. De
advocaat kan de visie van Groen Zundert volledig delen.
De heer Mariinissen wijst op het recht van iedereen bezwaren in te dienen.
Hij verzoekt Groen Zundert goed te beoordelen of het wel nodig is bezwaren
in te dienen nu belangen van burgers teveel worden geschaad.
Hij kan de niet-ontvankelijkverklaring ondersteunen.
De voorzitter ziet geen andere argumenten dan welke hij bij de eerste
reaktie heeft aangehaald.
Vervolgens wordt met de stemmen van de heren Adriaensen en Verheijen 'tegen'
(de overige leden stemmen 'voor') overeenkomstig het voorstel tot een niet-
ontvankelijk verklaring besloten.
6. VOORSTEL TOT DELEGATIE VAN DE BEVOEGDHEID TOT HET NEMEN VAN VERKEERS
MAATREGELEN AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, ALSMEDE VOORSTEL TOT INSTEL
LING VAN EEN VERKEERSADVIESCOMMISSIE EX. ART. 62 GEMEENTEWET.
De heer Verheiien is tegen de voorgestelde delegatie. De verantwoordelijk
heid ligt immers bij de raad, die aan een democratische diskussie en kon-
trole is onderworpen.
- Het -