- 5 -
- evenals bij de procedure voor de bouw van de bedrijfsruimte bestrijdt
zijn fraktie ook nu dat gelet op de geringe breedte van het perceel
geen ontheffing van de bestemmingsplanbepalingen kan worden gegeven;
- het is het scheppen van precedenten, waardoor op iedere halve hectare
zou kunnen worden gebouwd;
- de medewerking van de provincie was met het voorbehoud dat niet direct
aan de bedrijfswoning zou worden medegewerkt, terwijl helaas de Raad
van State niet de juistheid van de toepassing van de planvoorschriften
heeft kunnen beoordelen;
- waarom werkt het college nu plotseling wel mee aan de bedrijfswoning,
terwijl deze eerder werd afgewezen; het is het op kosten jagen van
aanvrager, terwijl de kans tot mislukken groot is;
- is de schuur is bewoond? deze was juist bedoeld voor de opslag van ma
terialen.
Hij is resumerend tegen een medewerking aan het verzoek.
De heer Mariinissen is voor een medewerking aan het verzoek, omdat het
een volwaardig agrarisch bedrijf is. Betrokkene heeft zich van parttimer
tot een volwaardige agrariër kunnen ontwikkelen en daarbij nog kans ge
zien diverse andere percelen in eigendom te verwerven. Hij vraagt of het
college omtrent de bedrijfswoning al vooroverleg met de provincie heeft
gevoerd. Hij vraagt met klem aan de fraktie Groen Zundert geen bezwaren
te maken tegen de procedure; betrokkene is daarmede geenszins geholpen.
De heer Arnouts betreurt het dat nu pas het verzoek aan de raad wordt
voorgelegd, betrokken is immers al lang door de commissie Agrarische
Bouwaanvragen als agrariër aangemerkt. Hij vraagt de procedure met spoed
af te werken.
De voorzitter merkt op dat het gebied van de voormalige steenfabriek als
agrarisch gebied in het bestemmingsplan Buitengebied wordt opgenomen.
Voor het onderhavige perceel wordt daarop nu vooruitgelopen. Betrokkene
heeft even met de medewerking aan de bedrijfswoning moeten wachten, omdat
het college de termijn van 1 jaar tussen de bouw van de bedrijfsruimte en
die van de woning hanteert. Gelet op de specifieke boomkwekerij cultuur
met de intensieve beteling van gronden waarop bij 1 ha de kost kan worden
verdient, heeft Zundert een eigen bebouwingspatroon van het buitengebied,
terwijl de provincie meent dat het buitengebied niet mag worden bewoond,
zulks ten gunste van de stadsregio's.
De heer Adriaensen wijst erop dat zijn standpunt juist niet is gericht
tegen personen parttimers of boomkwekers, Het betreft de principiële
vraag of het bestemmingsplan juist wordt toegepast; volgens hem niet, om
dat de bepaling dat een bedrijfsperceel tenminste 1 ha moet zijn duide
lijk is.
De stelling van de voorzitter dat hiervan tot 2/3 ontheffing kan worden
verleend weerlegt de heer Adriaensen en meent dat dit maar door de Raad
van State moet worden beoordeeld. Hij stelt voorts dat de provincie bij
het verzoek aangetoond wil zien de noodzaak van het wonen ter plaatse en
de volwaardigheid van het agrarisch bedrijf. Hij mist in het antwoord van
de voorzitter het antwoord op zijn vraag waarom het college nu plotseling
wel medewerkt aan de bedrijfswoning.
De heer Mariinissen pleit voor een medewerking, terwijl het voor hem geen
probleem is dat al in de schuur wordt gewoond.
- De