- 5 -
De heer A. Verheiien wijst er op dat hij er niet voor heeft gepleit dit stuk
eerst te behandelen in de commissie sociale zaken en woningtoewijzing, zoals
het kollege thans voorstelt. Hij evenals vele andere organisaties voelen er
niet voor vele jongere werklozen fors te laten inleveren. Deze bezuinigings
maatregel moet gelden voor jongeren tussen 18 en 21 jaar, die het ouderlijk
huis hebben verlaten en die voor personen tussen 21 en 27 jaar. De maatregel
treft minder geschoolden en culturele minderheden. Het verder inkrimpen van
de uitkeringen is asociaal. Hij overhandigt de voorzitter vervolgens een
motie en vraagt daarover stemming en verzoekt het kollege de nota minima-be-
leid van zijn fraktie door de raad te laten behandelen.
De voorzitter wijst hem op het reglement van orde, waarin is bepaald dat
over ingekomen stukken niet wordt gediskussieerd, zodat ook geen sprake kan
zijn van de behandeling van een motie. Op verzoek kan deze wel op de agenda
van de volgende vergadering worden geplaatst.
De heer Mariinissen ondersteunt het standpunt van de heer A. Verheijen
inzake de aantasting van de uitkeringen van de genoemde groepen jongeren.
De voorzitter merkt naar aanleiding van het herhaald verzoek van de heer A.
Verheijen de motie in stemming te brengen op dat een motie slechts bij een
voorstel kan horen en niet bij een ingekomen stuk. Hij brengt in stemming
het indirekte voorstel dit stuk als agendapunt de volgende vergadering te
behandelen, alsdan kan ook de motie worden behandeld.
Wie 'voor' stemt, stemt daarvoor, wie 'tegen' stemt, stemt daartegen.
'voor' stemmen de heren Adriaensen, ArnoutsDamen, Marijnissen, RoksA.
Verheijen en mevrouw Voeten.
'tegen' stemmen mevrouw van Aert en de heren Hoekman, A. Jochems, S.
Jochems, v.d. Kloot, Laurijssen, Nelemans en C. Verheijen.
De voorzitter konstateert daarop dat het voorstel van de heer A. Verheijen
met 7 stemmen 'voor' en 8 stemmen 'tegen' is verworpen.
Daarmede is ook verworpen het voorstel van de heren Marijnissen, A. Verheij
en de Werklozen Belangenverening Amsterdam te ondersteunen in het protest
tegen het genoemde wetsontwerp.
Omtrent stuk nr. X. inzake het schrijven van een protestbrief naar de
staatssekretaris over het niet akkoord gaan met de
vastgestelde huurverhoging.
De heer Damen merkt op dat de raad al op 27 april in meerderheid had beslo
ten de betrokken brief te schrijven, omdat mevrouw van Aert en de heer v.d.
Kloot toen 'voor' hebben gestemd.
Vervolgens wordt gestemd over het al dan niet schrijven van de brief. Wie
'voor' stemt, stemt daarvoor, wie 'tegen' stemt, stemt daartegen.
'tegen' stemmen de heren A. Jochems, S. Jochems, Laurijssen, Nelemans en C.
Verheij en,
- 'voor' -