- 12
De heer Nelemans merkt op dat de ervaringen met het arbeidsburo in het alge
meen zo zijn dat de ingeschrevenen als werkzoekende toch weer een andere
baan prefereren of studeren. Algemeen is de stelling dat het aanbod niet de
vraag naar werk dekt, juist. Daarbij is het zo dat velen tot de zgn. frak-
tiewerkloosheidscategorie behoren en minder dan 6 maanden werkloos zijn.
Uit een nota van het ETIN blijkt dat de ervaringen met werkgroepen Werk zijn
dat werklozen slechts een tijdelijke baan verkrijgen; dat is derhalve geen
strukturele verbetering of aanpak van de werkloosheid.
Daaruit blijkt ook dat er sprake kan zijn van konkurrentie tussen deze groep
werklozen die een tijdelijke baan verkrijgen en de groep die deze tijdelijke
baan kan omzetten in een definitieve doch daarvoor geen kans krijgt.
Voorop blijft staan de herscholing van de werklozen, omdat anders de vraag
naar werk niet aansluit bij het aanbod van werk. Aansluiting bij het her-
scholingsprojekt van de gemeente Rucphen is daarom zonder meer aan te beve
len.
Het kollege pleit voor een betere infrastruktuur en een regionale aanpak van
de bestrijding van de werkloosheid, via het RWI
De heer Lauriissen meent dat ook een oplossing kan worden verkregen door
voor vuil en zwaar werk meer loon te geven; deze kategorie werkers verdient
immers maar weinig. Het belangrijkste in Nederland is echter het terugdrin
gen van de loonkosten zodat volgens hem een betere konkurrentiepositie ten
opzichte van het buitenland wordt verkregen.
De heer Roks merkt op dat iedere werkloze in Zundert gemakkelijker voor
zichzelf dan via de werkgroep werk kan vinden, indien hij ook maar werken
wil
De heer Damen wijst erop dat ondanks de vele meningsverschillen het belang
rijkste initiatief moet worden ondersteund; het betreft immers het belang
rijkste punt van het helpen van mensen; deze werklozen zijn tot op heden
niet of nauwelijks geholpen met de grote bedragen die aan de bestrijding van
de werkloosheid worden uitgegeven.
Hij beluistert bij alle sprekers wel degelijk de wil om de werklozen in
Zundert te helpen; daarom moet elke oplossing daarvoor worden gesteund
ongeacht de vraag hoeveel personen daadwerkelijk worden geholpen.
De heer C. Verheiien merkt op dat juist veel artikel 36 projekten de status
hebben verkregen van primaire beroepsgerichte volwasssenen-educatie voor de
agrarische sektor, de metaaltechniek en de technische en de administratieve
sektor
Hoewel hij de heer A. Verheijen in principe gelijk geeft met diens verwij
zingen naar het programma-akkoord over de instelling van de werkgroep "Werk"
wijst hij hem erop dat bij evaluatie van het akkoord juist dit onderdeel is
vervallen.
Het kollege en de ambtenaren zijn immers zeer wel in staat een plaatselijk
en regionaal gericht werkgelegenheidsprogramma in overleg met het RWI op te
stellen. Herscholing van langdurig werklozen is daarbij het belangrijkste.
De heer v.d. Kloot wijst op het gevaar dat de werkgroep "Werk" verzandt in
praten, zonder dat konkrete resultaten worden bereikt. Het belangrijkste is
de regionale aanpak via met name het RWI
- De -