- 19 -
geil worden uitgegeven. Hij stelt voor toch gelden voor de zaterdagopen
stelling beschikbaar te stellen en wel voor een proefperiode van bijv.
een jaar. Daarna moet de commissie welzijn de kwestie evalueren. Hij
vraagt daarover stemming.
De heer Roks handhaaft het standpunt van zijn fraktie dat de bibliotheek
de zaterdagopenstelling moet realiseren binnen het huidige beschikbare
budget, doch in afwachting van het resultaat van een proefperiode van
bijv. een half jaar, is hij bereid dit standpunt te herzien.
De heer Mariinissen pleit voor een zaterdagopenstelling zodat veel meer
mensen nog van de bibliotheek gebruik kunnen maken. De functie van de
bibliotheek moet daardoor volgens hem nog meer worden versterkt. Voor
weinig geld wordt voorts volgens hem de werkgelegenheid ook nog ver
sterkt. Hij steunt de voorgestelde proefperiode van 1 jaar.
De heer van der Kloot houdt vast aan het standpunt van zijn fraktie dat
de zaterdagopenstelling binnen het huidige budget bereikbaar zal moeten
zijn.
De heer C. Verheiien uit zich in dezelfde bewoordingen. Het bestuur van
de bibliotheek moet bij de openstelling maar autonoom blijven.
De heer A. Verheiien vult zijn betoog aan met de opmerking dat de biblio
theek vanaf 1987 al 27 uren heeft ingeleverd en wel aan personeelsbezet
ting.
Vervolgens gaat de voorzitter over tot de gevraagde stemming over het
voorstel van de heer A. Verheiien om de zaterdagopenstelling voor 1 jaar
als proefperiode mogelijk te maken door daarvoor gelden beschikbaar te
stellen.
Wie 'voor' stemt, stemt daarvoor en tegen het collegevoorstel, wie
'tegen' stemt, stemt daartegen en stemt in met het collegevoorstel.
'Voor' stemmen de heren Adriaensen, ArnoutsDamen, Marijnissen, Roks, A
Verheijen en mevr. Voeten.
'Tegen' stemmen mevr. v. Aert en de heren A. Jochems, S. Jochems, v.d.
Kloot, Laurijssen, Nelemans en C. Verheijen.
De voorzitter constateert daarop dat zowel over dit voorstel als dat van
het college de stemmen met 7 'voor' en 7 'tegen' staken, zodat beide de
volgende vergadering weer worden aangeboden.
VOORSTEL TOT BESTEMMING VAN DE GELDEN FLANKEREND OUDERENBELEID 1988.
De heer Damen meent dat deze gelden niet moeten dienen ter financiering
van de kosten van het vervaardigen van de nota ouderenbeleid. Voorts
pleit hij voor een hogere subsidie aan de plaatselijke bejaardenbonden;
daarmede behoeft volgens hem niet op de nota ouderenbeleid te worden ge
wacht. Ook pleit hij ervoor dat aan degenen die de alarmmelders moeilijk
zelf kunnen betalen een bijdrage in de aanschafkosten daarvan wordt ver
leend.
De heer A. Verheiien wijst de heer Damen omtrent dit laatste naar de mo
gelijkheden voor een beroep op de Algemene Bijstandswet. Hij steunt het
collegevoorstel
- De