- 11 -
10. VOORSTEL TOT OVERNAME VAN BEHEER EN ONDERHOUD EN TOT HET BESCHIKBAAR
STELLEN VAN EEN KREDIET AD F 9216- - TEN BEHOEVE VAN AANLEG PARKEER
PLAATS PANNENHOEF.
De heer Adriaensen wijst op de volgende aspecten
- er ligt al een parkeerplaats, terwijl voorts de Panhoefweg weer voor
een klein gedeelte verder wordt verhard;
- het recreatieve autoverkeer in de Pannenhoef moet echter niet verder
worden bevorderd, doch zoals het CDA afdeling Noord-Brabant middels de
gedeputeerde De Geus heeft gesteld, verder worden belemmerd;
- de aanleg van de parkeerplaats is volgens het Brabants Landschap gekop
peld aan het onttrekken van het gedeelte van de Panhoefweg tot aan de
zwarte schuur aan de openbaarheid; doch deze koppeling wordt niet in
het voorstel vermeld;
- in verband met deze onttrekking dienen aan het begin van de Panhoef
weg slagbomen te worden geplaatst.
De heer S. Jochems meent dat de heer Adriaensen doet voorkomen als of er
een extra parkeerplaats wordt aangelegd. Dit is niet het geval, de be
staande parkeerplaats wordt gewoon verhard. Daarbij hoort de verharding
van de Panhoefweg tot aan deze parkeerplaats zodat hij met het voorstel
kan instemmen.
De heer Damen meent dat zolang de ruilverkaveling niet uitgaat van het
principe om alle bedrijven en burgerwoningen in het buitengebied te
ontsluiten, niet met dit voorstel kan worden ingestemd. De ontsluiting
voor het recreatieve autoverkeer van natuurgebieden past volgens hem
voorts niet in het beleid van zijn fraktie. Hij is tegen dit voorstel.
De heer Nelemans wijst er op dat het slechts de verharding van de be
staande parkeerplaats betreft en een verharding van een minimaal gedeelte
van de Panhoefweg tot aan deze parkeerplaats, die een wat andere situe
ring verkrijgt. Een mogelijke koppeling van deze plannen met een onttrek
king aan de openbaarheid voor het verkeer is daarbij niet aan de orde om
dat in de Pannenhoef enkele woningen staan; deze zullen uiteraard bereik
baar moeten blijven.
De heer Adriaensen meent dat nu het college de koppeling tussen de ver
harding en de onttrekking aan de openbaarheid zoals het Brabants Land
schap dat doet, door de gemeente niet wordt gelegd, hij niet met het
voorstel kan instemmen.
De heer Mariinissen wijst hem op de oude wensen die deze stichting daar
omtrent heeft en die een aantal jaren geleden aan de gemeentebesturen van
Rijsbergen en Zundert zijn voorgelegd. Daarop is echter door beide ge
meenten afwijzend gereageerd.
De heer Arnouts geeft als stemverklaring aan het collegevoorstel te steu
nen.
Vervolgens wordt met de stemmen van de heren Adriaensen, Damen, Marijnis-
sen, A. Verheijen en mevr. Voeten 'tegen' (de overige leden stemmen
'voor') met 9 stemmen 'voor' en 5 stemmen 'tegen' overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
- Voorstel -