- 9 - regelen. Over een verschil van maar f 500,-- valt echter met de gemeente niet te praten. Het betreurt het voorts dat dit voorstel niet in commissieverband is be handeld. Hij vraagt de beslissing daarop aan te houden en met betrokkenen in overleg te treden en in de commissie Algemeen Bestuur nadere uitleg te vragen over de tot op heden gemaakte advocaatskosten door de gemeente. De voorzitter reageert als volgt - eigendom door verjaring is slechts mogelijk indien zulks ook daadwerke lijk in een rechterlijk vonnis is vastgelegd; - de akte van dading betreft de betwiste grond waarop het noodfietspad is aangelegd; de rechter hoefde van het college niet de eigendom van deze strookjes uit te spreken, zodat met betrokkenen de voorgestelde akte van dading wordt aangegaan; - zijn deze strookjes grond immers eigendom van betrokkenen dan worden zij vanzelf betrokken in de nog lopende onteigeningsprocedure; - deze akte van dading is uiteraard goedkoper omdat niet de gerechts- en advocaatskosten behoeven te worden betaald; - de coulante houding van de gemeente gaat slechts zover dat zij de be langen van de 127 anderen niet raken; - het is daarbij niet de vraag of er maar een klein verschil is van f 500,--. Elk verschil en betaling daarvan door de gemeente heeft enorme grote bedragen tot gevolg die de gemeente dan ook aan de 127 anderen zou moeten betalen; - de gemeente tracht al geruime tijd om in overleg met de betrokkenen via beider advocaten tot een oplossing te geraken; dit overleg juist heeft geresulteerd in de voorgestelde akte van dading die met 2 van de 3 betrokkenen zal worden aangegaan. De eigendom van het derde strookje grond zal voor een persoon aan de rechter worden voorgelegd. Gelet op de argumenten van de voorzitter bevreemdt het de heer van der Kloot dat de heer Marij nissen nu al praat over een mogelijk verschil van f 500,-- terwijl de rechter in de onteigeningszaak nog geen uitspraak heeft gedaan. Op de opmerking van de heer Adriaensen dat van deze akte van dading ook een precedentwerking kan uitgaan, wijst de voorzitter hem erop dat de ge meente inderdaad bij betwisting van de eigendom van zulke kleine per ceelsgedeelten maar al te graag de akte van dading zou willen aangaan. De vraag van de heer Adriaensen of de arrondissementsrechtbank in de nog door een belanghebbende te voeren procedure over het eigendomsrecht (de genen dus die de akte van dading niet wil aangaan) eerder uitspraak zal doen dan de onteigeningsrechter beantwoordt de voorzitter bevestigend. De eigendom zal immers eerst door de rechter aan deze belanghebbende moeten worden toegekend alvorens ook de onteigening daarvan ten gunste van de gemeente kan worden uitgesproken. De opmerkingen van diverse sprekers dat deze akte van dading eerst in commissieverband zou moeten worden besproken weerlegt de voorzitter met de stelling dat zulks niet nodig was, omdat het een uitvloeisel is van de onteigeningsprocedure, waarmede de raad heeft ingestemd. Voor de daaropvolgende suggestie van de heer Roks om de zaken nog maar eens aan de commissie Algemeen Bestuur voor te leggen en deze advies te laten -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1989 | | pagina 54