- 6 -
ter plaatse is immers een groot verval aanwezig zodat het zich moeilijk
voor agrarische bedrijfsvoering leent. Hij pleit er voor te wachten tot
een nieuwe lokatie voor het bedrijventerrein is gevonden.
De heer Mariinissen handhaaft zijn afwijzende standpunt nu het college
ter plaatse geen bedrijfsvestiging mogelijk maakt.
De heer Adriaensen meent dat het college nu toch wel de omgekeerde weg
over de nieuwe lokatie van het bedrijventerrein bewandelt. De gemeente
Zundert behoeft daarbij de problemen van het internationeel boom- en
heestercentrum niet op te lossen. Hij is het met het college eens dat ter
plaatse gelet op het landschappelijk waardevol karakter, daarop geen be
bouwing wordt toegestaan.
De heer C. Verheiien meent dat nu er ten gemeentehuize al voldoende
bouwstenen zijn voor de invulling van de structuurvisie over wonen en
werken deze ook maar de volgende vergadering moet worden behandeld, als
dan bestaat er voldoende duidelijkheid over de nieuwe lokatie van het
bedrijventerrein. Hij stelt voor de beslissing op dit voorstel aan te
houden
De heer Nelemans merkt op dat zulks gelet op de korte termijn niet haal
baar is. Hij handhaaft zijn argumenten om de percelen als ruilobject voor
het nieuwe bedrijventerrein aan te kopen.
De heer C. Verheiien meent dat de volgende raadsvergadering best wel een
algemene visie over voor- en nadelen van bepaalde lokaties als nieuw be
drijventerrein gereed kan zijn, zodat alsdan ook dit voorstel kan worden
behandeld. Hij handhaaft zijn voorstel de beslissing nu nog niet te ne
men.
De heer Nelemans merkt op dat de commissie R.O.M. zich in meerderheid al
voor een lokatie ten noorden van Zundert heeft uitgesproken.
De heer Adriaensen steunt het voorstel van de heer C. Verheijen tot aan
houding van beslissing.
'Voor' de aanhouding van de beslissing stemmen de heren Adriaensen, A.
Verheijen en C. Verheijen, de overige stemmen 'tegen' zodat het voorstel
tot aanhouding met 3 stemmen 'voor' en 11 stemmen 'tegen' is verworpen.
De heer Mariinissen geeft vervolgens als stemverklaring aan dat gelet op
het standpunt van het college geen bedrijfsvestiging toe te staan, tegen
zal worden gestemd.
De heer C. Verheiien stelt tot slot, dat gelet op zijn aandrang om be
stuurlijk overleg te plegen met de provincie over het nieuwe bedrijven
terrein hij 'voor' zal stemmen, zodat gelet op de stemverhoudingen de
stemmen zullen staken en dus toch zijn voorstel tot aanhouding indirekt
wordt gehonoreerd.
Vervolgens wordt gestemd over het collegevoorstel.
Wie 'voor' stemt, stemt daarvoor, wie 'tegen' stemt daartegen.
- Voor -