- 11 -
De heer S. Jochems kan met het gehele voorstel instemmen.
De heer Arnouts stelt voor artikel 15a niet op te nemen.
De heer Mariinissen meent dat de verzoeken om toestemming voor uitvoering
van verbouwingen of anderszins juist het uitgangspunt om de burgers met
minder administratie te belasten, ondergraaft. Hij is tegenstander van de
opname van artikel 15a over de bouwregistratieverordeningtemeer omdat dan
juist de vele eigen bouw in Zundert te veel wordt belemmerd. Andere instan
ties moeten onjuiste zaken maar opsporen, niet via de gemeenten en de bouw
registratieverordening. Ook kan hij niet instemmen met het opnieuw opnemen
van artikel 352 van de gemeentelijke bouwverordening.
De voorzitter meent dat het kollege inderdaad met een termijn van tenhoogste
2 weken kan beoordelen of voor een verzoek al dan geen bouwvergunning is ve
reist. Dit betreft slechts veranderingen van beperkte betekenis; voor erfaf-
scheidingen is dus wel een bouwvergunning vereist.
Hij wijst op het streven in artikel 15a, niet om kontrole op de bouwers uit
te oefenen doch om de belangen van de bouwwereld en werkgelegenheid te be
schermen, zulks kan niet via de door de heer van der Kloot voorgestelde ver
melding van de aannemer of de bouw in eigen beheer.
De heer C. Verheiien geeft een aantal voorbeelden waarmede de gemeente zich
via het vergunningenstelsel kan inlaten om het zwartwerken en de beunhazerij
tegen te gaan. Het doel heiligt dus niet alle middelen, zeker niet wanneer
daaraan ook het aspekt van het recht op privacy wordt verbonden. Hij hand
haaft zijn afwijzende standpunt over de opname van artikel 15a inzake de
bouwregistratieverordening
Op de herhaalde vraag van de heer van der Kloot om een ruimere oppervlakte
dan 14 m2 voor een carport op te nemen, antwoordt de voorzitter dat deze
maat is overgenomen van het nog in te voeren landelijk bouwbesluit.
De heer van der Kloot meent vervolgens dat met zijn suggestie om alleen te
vermelden of de bouw door een aannemer of in eigen beheer wordt uitgevoerd,
voldoende de belangen van de eigen bouw worden beschermd.
De heer Mariinissen handhaaft zijn argumenten de burgers niet met overbodige
brieven en toestemmingen te belasten en verzoekt artikel 15a niet op te
nemen zulks ter bescherming van de eigen bouw, waarbij het maar al te vaak
voorkomt dat familieleden een handje helpen. Deze moeten niet de dupe worden
van de fiscus die na inzage van de bouwregistratieverordening een extra aan
slag oplegt.
De voorzitter gaat vervolgens over tot de stemming over artikel 14 waarbij
hij toezegt om in de bouwverordening mogelijkheden van een kortere termijn
dan 4 weken te laten opnemen.
Wie "voor" stemt, stemt voor opneming van artikel 14, wie "tegen" stemt,
stemt daartegen.
"tegen" stemmen de heren Arnouts, Damen en Marijnissen, de overige leden
stemmen "voor"