- 23 -
Hij wil zich echter nog niet vastleggen op de regeling via de zogenaamde
joint ventureplaatsen. Dergelijke plaatsen behoeven volgens hem geen priori
teit te kennen; juist de mensen voor wie het tweeverdienerschap gelet op de
daginkomsten, een noodzaak is, moeten volgens hem voorrang krijgen bij de
toewijzing van een kinderdagopvang
De heer A. Jochems wijst er op dat het niet de bedoeling is vooruitlopend op
de toekenning van de ministeriële bijdrage, alvast met de verbouwing en in
richting te beginnen. De stichting kan immers met het huidige bedrag vol
doende uit de voeten.
Het tweede lokaal van de Don Boscoschool wordt in reserve gehouden en bij
voldoende belangstelling ook gebruikt. In afwachting van een definitieve
lokatie, is zoals uit de stukken blijkt, voor deze school gekozen.
Met de verbouwing en inrichting kan dus niet eerder worden begonnen dan
nadat het ministerie van W.V.C. de Zundertse plannen heeft goedgekeurd en
gelden beschikbaar heeft gesteld.
De heer Damen vraagt naar de gevolgen indien de 3 joint-venture plaatsen,
die met f 12.000 per plaats heel wat geld in het laatje brengen, geen
doorgang vinden.
Hij benadrukt dat deze kinderopvangregeling niet ten koste mag gaan van de
subsidiëring aan de peuterspeelzalen.
De heer A. Jochems merkt op dat niet de gemeente doch de stichting de kin
deropvang regelt, zodat zij verantwoordelijk is voor de financiële gevolgen
indien de joint venture plaatsen niet worden opgevuld. Alsdan kan overigens
deze zaak opnieuw aan de raad worden voorgelegd.
De heer C. Verheiien wijst erop dat de stichting te kennen heeft gegeven dat
met de rijksbijdrage voldoende kan worden gewerkt; daarbij behoeft deze zaak
niet budgettair neutraal te verlopen. Er kan immers altijd een beroep op de
gemeente worden gedaan. Hij ondersteunt het voorstel.
Alhoewel hij het niet eens is met het budgettair neutrale verloop, moet de
heer A. Verheiien het kollegevoorstel toch maar ondersteunen.
Hij betreurt het dat hierdoor pas in 1993 de kinderopvang in Zundert eerst
van de grond komt.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
23. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET AD f 37.920,-- TEN
BEHOEVE VAN HET OPSTELLEN VAN EEN LANDSCHAPSBELEIDSPLAN EN TEVENS EEN
SUBSIDIE AD f 18.960,-- TE AANVAARDEN.
De heer A. Adriaensen vindt de opstelling van het landschapsbeleidsplan een
goede zaak; hij meent dat in de werkgroep niet alleen iemand van het kollege
derhalve iemand met een politieke visie, maar ook een deskundige op het ge
bied van ecologie zitting moet nemen. Het landschapsbeleid hang immers af
van de kwaliteiten van het landschap doch ook van de visie daarop. De des
kundige zou daarbij kunnen iemand van de Stichting Natuur en milieu kunnen
zijn zodat de werkgroep een evenwichtiger samenstelling verkrijgt, zodat ook
een evenwichtiger plan wordt opgesteld.
- De -