- 5 -
Naar aanleiding van opmerkingen in 2e termijn, waarbij de heer Damen nog
maals pleit voor het zoeken naar geschikte lokaties voor glasbakken, wijst
de heer C. Verheijen op het reglement van orde waarin is bepaald dat over
ingekomen stukken niet inhoudelijk wordt gediskussieerd.
3. MEDEDELINGEN
Omtrent de mondelinge mededeling over de Leemputten.
De voorzitter vermeldt ter voldoening aan de toezegging in de kommissie
Ruimtelijke Ordening en Milieu het volgende
- de provincie Noord-Brabant heeft ingestemd met de afdekking van de voor
malige vuilnisstortplaats met 48 cm. grond en 20 cm steenwol;
- staatsbosbeheer verleent een subsidie in de aanplantkosten als bos;
- de stichting tot behoud van het leefmilieu neemt het beheer daarvan over
en zorgt voor de bebossing.
De gemeente Zundert heeft een koördinerende taak, nu niet de gemeente Zun-
dert op grond van de Hinderwet doch de provincie Noord-Brabant op grond van
de Afvalstoffenwet zou dienen te zorgen voor het laten voldoen van de fa.
Zegwaard aan de voorwaarden van de hinderwetvergunning inzake het aan
brengen van een afdeklaag op de Leemputten.
Bebossing van de Leemputten na het aanbrengen van de genoemde afdeklaag
heeft als voordeel dat verdere uitstroming van verontreinigd grondwater naar
de omliggende percelen wordt voorkomen.
De planning van de werkzaamheden zoals die thans schriftelijk zijn vastge
legd en waarover in principe overeenstemming met de genoemde partijen is
bereikt, is als volgt
- in april worden de werkzaamheden tot het aanbrengen van de afdeklaag met
steenwol beëindigd;
- daarna wordt witte klaver ingezaaid, terwijl in de tweede helft van 1989
de Leemputten met bomen wordt ingeplant.
Zegwaard heeft in principe met het convenant ingestemd, de schriftelijke
bevestiging wordt op korte termijn verwacht.
De heer Adriaensen meent dat niet de genoemde stichting maar de stichting
Natuur en Milieu bij deze kwestie had moeten worden ingeschakeld.
Deze was immers als enige goed geïnformeerd over het steenwol als afdeklaag.
Het steenwol verslechtert de kwaliteit van de afdeklaag, omdat daarin on
danks recyclingsmethoden altijd resten van verontreinigde stoffen aanwezig
zullen blijven.
Hij vraagt naar de kontróle op het aanbrengen van de afdeklaag en naar de
resultaten van de bij wijze van proef aangebrachte afdeklaag.
De heer Mariinissen is het niet eens met de voorgestelde afwerking omdat
daarmede toch weer grote hoeveelheden verontreinigde steenwol vermengd met
plastic naar Zundert wordt afgevoerd.
De heer S. Jochems weerlegt de stelling dat het steenwol verontreinigd zou
zijn gelet op het feit dat tuinders dit materiaal als struktuurversterkend
in hun kassen gebruiken. Hij ondersteunt de snelle wijze van afhandeling van
het kollege.
Ook