- 11 -
Tot slot wijst hij er op niet te kunnen instemmen met de tweeslachtigheid
van diverse frakties waarbij alleen maar met goede personeelsvoorzieningen
worden ingestemd en niet met het overige gedeelte van het voorstel. De kwes
tie sleept al te lang zodat de knoop moet worden doorgehakt.
De heer Arnouts maakt uit het antwoord op dat het kollege ook vindt dat er
een tweede lokatie moet komen. Duidelijk is dus dat de lokatie aan de Burg.
Manderslaan niet meer voldoet zodat hij zijn afwijzende standpunt over het
kollegevoorstel en over de lokatie van de dienst openbare werken handhaaft.
De heer Damen meent dat duidelijk is dat de privatisering van invloed is op
de herinrichting van het terrein en op de voorgestelde plannen. Volgens hem
moet het niet zo zijn dat de privatisering niet in de hand moet worden
gewerkt, indien het huidige voorstel niet wordt aangenomen. Hij meent dat
indien nu met de plannen wordt ingestemd straks ook met de plannen in 1994
over de privatisering moet worden ingestemd. Dus stelt hij dat met de
plannen voor de herinrichting moet worden gewacht tot meer duidelijkheid
over de privatisering is verkregen.
Nu het gasbedrijf is geprivatiseerd moet de ruimte daarvan aan de Burg.
Manderslaan daarvoor ook maar ter beschikking van de gemeente komen.
Hij verwijst naar de argumenten van de wethouder waaruit ook een voorkeur
voor een andere lokatie zou blijken. Slechts de financiële konsekwenties
weerhouden hem er van thans daarvoor ook daadwerkelijk te kiezen, zo meent
hij
Als nieuwe lokatie denkt hij aan de omgeving van de Hofdreef waarop het
nieuwe bedrijventerrein zou worden gevestigd en vraagt daarover stemming.
Hij handhaaft zijn standpunt dat de beschikbaar te stellen gelden slechts
zouden moeten dienen voor een geschikte accommodatie voor het personeel, de
besteding van de overige gelden moet maar wachten tot dat meer duidelijkheid
is verkregen over de gevolgen van de privatisering van de diverse takken. Op
termijn vraagt hij uit te zien naar een andere lokatie voor het terrein van
de buitendienst.
De heer C. Verheiien meent begrepen te hebben, zulks wordt door de heer
Nelemans bevestigd, dat op termijn naar een andere lokatie voor de opslag
van afval moet worden uitgeweken.
In dat verband aldus de heer Nelemans zou dan ook naar een andere opslag van
gebruikte klinkers kunnen worden gezocht.
De heer C. Verheiien gaat vervolgens in op de privatisering dat hierbij een
van de uitgangspunten is van het kollege, met daarbij thans de gedachte dat
eventuele negatieve effekten van de privatisering middels de open loods
zouden kunnen worden opgevangen.
Op de vraag van de heer C. Verheiien of de opstelling van de kosten en
baten-analyse voor de privatisering van het groenbeheer tijdig kan worden
opgesteld antwoordt de heer Nelemans, dat zulks overeenkomstig het privati
seringsrapport in de tweede fase zal worden uitgebracht.
De heer C. Verheiien vraagt nog op welke wijze tegemoet wordt gekomen aan de
wensen van de omwonenden tot inspraak en inzage in de plannen.
- Het