- 9 -
De voorzitter onderbreekt zijn betoog en kan geenszins met de laatste opmer
king instemmen. De fraktie Werknemersbelangen heeft blijkbaar daartoe het
initiatief genomen; het kollege heeft immers geen personeel overgehaald de
brief te ondertekenen.
De heer Damen meent dat de privatisering niet mag worden gebruikt om een
beslissing te forceren. Zijn fraktie is overigens de laatste die niet zou
pleiten voor een goede accommodatie van de buitendienst. Daarbij moet de
privatisering niet afhangen van de vraag van de lokatie van de buitendienst.
Hij is voor de beschikbaarstelling van het gevraagde krediet mits het
slechts aan een goede personeelsvoorziening wordt besteed; derhalve dient de
verdere inrichting van het plan te worden opgeschoven totdat meer duidelijk
heid is verkregen over de privatisering.
De heer C. Verheiien wijst op het standpunt van zijn fraktie tot instemming
met het voorbereidingskrediet voor de herinrichting van het gemeenteterrein.
De lokatie voor de opslag van afval speelde daarbij een belangrijke rol met
daarbij de vraag of de huidige lokatie in een woonwijk en het groeiende
aanbod van afval wel zou kunnen blijven gehandhaafd.
De knelpunten over deze afvalstoffeninzameling die de werkgroep heeft
aangegeven kan zijn fraktie onderschrijven. Hij meent dat opslag en
overslag van afval niet op de huidige lokatie kunnen worden voortgezet. In
het gemeentelijke afvalstoffenplan moet daarvoor maar een andere lokatie
worden gevonden.
Daarbij is de lokatie aan de Wildertsedijk van gebruikte klinkers ook niet
ideaal, gelet op de ontsiering van het landschap.
Hij vraagt naar de bereidheid van het kollege daarvoor een andere lokatie te
zoeken. Hij meent dat een kosten-baten analyse moet worden opgesteld waar
uit de uitvoering van taken mede in relatie met de privatisering blijkt. Tot
slot vraagt hij naar de inspraak van de bewoners in de omgeving van het
terrein.
De heer Adriaensen gaat in op het streven van de fraktie Arnoutsdie samen
met die van D.P.Z. straks de V.V.D. gaat vormen, voor het terrein van open
bare werken een andere lokatie moet vinden.
De fraktie Werknemersbelangen meent daarbij dat het personeel recht heeft op
goede voorzieningen doch vindt dat er eigenlijk een andere lokatie moet
komen. Gelet op het feit dat zijn fraktie geen politieke verantwoordelijk
heid meer draagt, meent hij dat naar de zakelijke argumenten van een goede
personeelsvoorziening moet worden geluisterd. In relatie met het terrein
dient ook een goed afvalbeleid tot stand te komen.
De afvalproblematiek vormt daarbij echter wel voor het terrein een knelpunt,
temeer omdat het zaterdagaanbod van afval alleen maar zal toenemen, zodat er
nog meer open terrein noodzakelijk is. Deze is echter pas in 1993 voorzien.
Nu dit knelpunt niet is opgelost, verbindt hij aan de ondersteuning van het
kollegevoorstel de voorwaarde dat eerst het afvalbeleid en het terrein
moeten zijn geregeld. Daarom dat stemt hij in met het gedeelte van het
krediet dat is bestemd voor de verbetering van personeelsvoorzieningen en
arbeidsomstandigheden.
De suggestie voor de afvalproblematiek overhandigt hij voorts aan wethouder
Nelemans als aanvulling op eerdere voorstellen van zijn fraktie bij brief
van 15 februari 1988 aan het kollege.
- De -