- 5 -
De heer C. Verheiien is blij met deze aankoop, verbetering van het leef
milieu en de garantie van de toekomstige woningwouw voor Achtmaal zijn
immers belangrijke zaken. Hij kan het voorstel geheel ondersteunen.
De heer Roks ondersteunt het kollegevoorstel
De heer Mariinissen wijst er op dat deze aankoop een noodzakelijk gevolg is
van de aankoop van het terrein van de heer Raatswaarop thans woningbouw
wordt gepleegd.
Hij vraagt naar de konsekwentie voor de reserves van het grondbedrijf, waar
uit deze aankoop wordt gefinancierd. Ook vraagt hij of de woningbouw op het
aan te kopen terrein kan aansluiten op die van het binnenterrein in Acht
maal, zodat de belangen van de woningbouw goed worden onderkend.
Hij vraagt de heer Adriaensen met welk bedrag de gemeente het mestquotum zou
moeten kopen.
Tot slot vraagt hij naar de reële mogelijkheden van de goedkeuring door
Gedeputeerde Staten.
Resumerend kan hij het voorstel ondersteunen.
De heer v.d. Kloot kan het voorstel ondersteunen ook al is het een groot
bedrag; de kostwinning die in het geding is, moet immers ook worden
betaald.
De heer Nelemans reageert als volgt:
met de provincie is gesproken over de stankcirkel en de sanering van het
onderhavige bedrijf, niet over thans voorgestelde prijs; ook is een bij
drage besproken uit de provinciale post 'knelpunten stads- en dorpsver
nieuwing'
de aanvrage daarvoor wordt ingediend, doch thans is nog geheel onduide
lijk of deze wel wordt toegekend.
de aankoop wordt betaald uit de reserves van het grondbedrijf; voor een
overzicht van de stand van de reserves verwijst hij naar de commissie
financiën, waarin deze zaken worden besproken.
de grondprijs voor de kavels op het aan te kopen gebied, zal alleszins
voor kopers acceptabel moeten zijn, zodat ongeveer een gelijke prijs met
de gronden voor het binnenterrein zou moeten worden betaald; de rest
wordt gefinancierd uit de reserves van het grondbedrijf,
het dorpsplan Achtmaal speelt in op deze aankoop door het gebied aan te
duiden voor de toekomstige woningbouw.
De vraag van de voorzitter aan de heer Adriaensen of deze bereid is voor de
aankoop van het mestquotum extra te betalen beantwoordt deze daartoe in
principe bereid te zijn.
Het betreft immers een investering in het milieu.
Voor de financiële gevolgen van de reserves van het grondbedrijf verwijst de
voorzitter naar de aan de commissie financiën te verstrekken overzichten
over de exploitatie van bestemmingsplannen.
De heer Mariinissen kan instemmen met de mededeling over de hantering van
ongeveer gelijke grondprijzen als die voor het binnenterrein.
Op de vraag van de heer Mariinissen of er inderdaad al konkreet over de
goedkeuring van deze aankoop met de provincie is onderhandeld merkt de
voorzitter op dat ambtelijk overleg is gevoerd, doch dat G.S. bestuurlijk
nog geen uitspraak hebben gedaan.
- De -