- 3 -
De voorzitter wijst erop dat deze commissie slechts beoordeelt of iemand als
agrariër is aan te merken, terwijl de overige aspekten en voorwaarden van
het bestemmingsplan door het kollege worden beoordeeld.
Bij deze bedrijfssplitsing was de vraag al beoordeeld, of betrokkene agra
riër was, terwijl ook vaststond dat aan de andere zaken werd voldaan, der
halve was geen inschakeling van de genoemde commissie meer nodig en heeft
het kollege de zaak zelfstandig afgehandeld. Daarbij worden gelijke aanvra
gen ook gelijk behandeld.
De heer Mariinissen merkt op dat de genoemde kommissie de vraag of de maat
schap een 2e bedrijfswoning nodig had, positief heeft beantwoord. Hij hand
haaft zijn verzoek de zaak naar deze kommissie terug te verwijzen.
Volgens de heer Adriaensen dienen bij bedrijfssplitsing nog meer vragen dan
het al of niet zijn van agrariër te worden beantwoord, en niet door het
kollege doch door de kommissie Agrarische bouwaanvragen.
De heer Arnouts geeft als stemverklaring aan dat hij gelet op de toegezegde
gelijke behandeling van gelijke aanvragen, geen verdere behandeling in deze
kommissie, meer nodig acht.
Vervolgens wordt met de stemmen van de heren Adriaensen, Damen, Marijnissen
en A. Verheijen "tegen" (de overige leden stemmen "voor") ingestemd met door
het kollege voorgestelde afhandeling van bedrijfssplitsing
Omtrent de stukken onder III 3 en 4 inzake de jaarrekening 1987 van het
Woonwagenschap Breda en de begroting 1989-1990
van de Brabantse Bestuursacademie
Op de opmerking van de heer A. Verheijen dat het meer logisch lijkt deze
stukken in de kommissie Financiën en Begroting dan in de kommissie Welzijn
te behandelen antwoordt de voorzitter dat deze zaken in beide kommissies
zullen worden behandeld; namelijk in de kommissie Financiën als begrotings
technisch stuk en in de kommissie Welzijn als beleidsstuk.
Omtrent stuk nr IV inzake brochure "privatisering in het groen".
De heer Damen wijst op de strekking van de brochure dat privatisering veel
voordelen biedt; uit de voorgestelde voor kennisgeving aanneming leidt hij
af, dat het kollege deze voordelen niet ziet en dus ook geen privatisering
voorbereidt
De heer A. Verheijen verzoekt deze brochur te voegen bij de vele stukken
over de privatisering en te behandelen in het in voorbereiding zijnde dis-
kussiestuk.
Ook de heer C. Verheijen pleit ervoor deze brochure niet voor kennisgeving
aan te nemen doch te voegen bij de andere stukken. Naar aanleiding van de
bij de begrotingsbehandeling 1989 toegezegde diskussie over de privatisering
vraagt hij naar de datum van spoedige behandeling daarvan in de kommissie
Algemeen Bestuur, zodat dit aspekt nog in de begroting 1990 kan worden
verwerkt
- De heer -