- 2 -
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Omtrent stuk nr. I.A.l inzake de goedkeuring van G.S. van de begrotingen
1989.
De heren A. Verheiien en Mariinissen vragen naar de verwerking van de op
merking van G.S. dat de realiteitswaarde van de onderhoudsuitgaven niet
juist is onderbouwd. Betekent dit onverwachte uitgaven of bestaat er juist
meer ruimte voor extra uitgaven, zijn daarbij hun vragen.
De voorzitter merkt op dat de opmerking van G.S.met name betrof het onder
houd van de drukrioleringDeze is reëel geraamd, en wordt nog onderbouwd in
het rationele beheersplan voor de drukriolering.
Omtrent stuk nr. I.A.6 inzake de goedkeuring krediet verlegging Leiloop.
Op de vragen van de heer C. Verheiien naar de stand van zaken omtrent de
aankoop van gronden en de start van de werkzaamheden tot verlegging van de
Leiloop, antwoordt de heer Nelemans dat in verband met de onmogelijkheid tot
aankoop van de daarvoor benodigde gronden is gekozen voor een ondergeschikte
wijziging in het tracé. Hij zegt toe deze wijziging, waarvoor de grondaan
kooponderhandelingen gunstiger liggen, desgewenst aan de commissie Openbare
Werken voor te leggen.
Omtrent stuk nr. B.l inzake goedkeuring grondaankopen in verband met
rekonstruktie Nieuwmoerseweg.
De heer Adriaensen wijst op de aanvullende zaken die de betrokken grondeige
naren op de standaardverkoopkontrakten hebben vermeld. Hij vraagt zich af
naar de geoorloofdheid van deze aanvullingen, die bovendien volgens hem
rechtsongelijkheid in de hand werken.
De voorzitter merkt op dat dergelijke zaken van privaatrechtelijke aard zijn
waarmede de gemeente zich in het kader van juist de rechtsgelijkheid kan
verenigen.
Omtrent stuk nr. I.C.2 inzake weigering verklaring van geen bezwaar bouw 2e
bedrijfswoning van dhr. Jochems, Aardgangstraat
De heer Arnouts dringt er op aan in voorkomende gelijksoortige gevallen en
aanvragen in het kader van de rechtsgelijkheid ook bedrijfssplitsing toe te
staan.
De heer Mariinissen meent dat deze belangrijke wijziging toch maar eerst in
de commissie Agrarische Bouwaanvragen zou moeten zijn behandeld.
De heer Adriaensen wijst op het standpunt van G.S. bij de weigering, terwijl
het kollege als neutrale belangenbehartiger in de toelichting op de be
drij fssplitsing tendentieus te werk gaat. Gelet op de gewijzigde omstandig
heden verzoekt ook hij de kwestie alsnog te laten behandelen door de commis
sie Agrarische Bouwaanvragen. Hij vraagt daarover stemming.
- De voorzitter -