- 5 -
Wordt betrokkene door het kollege na het gunstige advies van de commissie
Agrarische Bouwaanvragen alsnog als agrariër aangemerkt, dan wordt betrok
kene als zodanig in het bestemmingsplan buitengebied opgenomen en niet als
'niet-agrarisch bedrijf' in het bestemmingsplan 'niet-agrarische bedrij
ven'
De moeilijkheid voor betrokkene is dan wel dat het loonbedrijf dan niet is
aangeduid; men kan immers niet als agrarisch bedrijf en als loonbedrijf in
het bestemmingsplan buitengebied worden opgenomen; van 2 wallen tegelijk
eten gaat immers niet.
Is hij agrariër dan mag de bedrijfsruimte als agrarisch bedrijf worden
gebouwd doch niet als werktuigenloods
De termijnen ingevolge de Woningwet bij de beslissing op een beroepschrift
tegen een weigering zijn tijdens de procedure in acht genomen.
De heer Damen merkt op dat de heer Jong als agrariër recht heeft op de
bouwvergunning. Het aspekt van de inpassing van het loonbedrijf van betrok
kene is van latere zorg; het is voor betrokkene gunstiger te worden opge
nomen als agrarisch bedrijf in het bestemmingsplan buitengebied dan als
loonbedrijf in het plan 'niet-agrarische bedrijven buitengebied'.
De voorzitter wijst op de mogelijke moeilijkheden die betrokkene kan onder
vinden bij het loonbedrijf in het kader van de toepassing van de milieu
wetgeving.
De heer A. Verheiien wijst op het feit dat de bedrijfsruimte als werktuigen-
loods daadwerkelijk zal worden gebruikt. Hij vraagt naar de mogelijkheden
van optreden daartegen.
De heer Lauriissen wijst op het feit dat betrokkene niet alleen maïs
teelt doch ook gras voor de hooi.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
4. VOORSTEL TOT
a. het ongegrond verklaren van het beroep van de heer B.J. v.d. Hart,
Achtmaalseweg 84 te Zundert tegen de weigering van een vergunning voor
de plaatsing van een windmolen op zijn huisperceel;
b. het afwijzen van zijn verzoek om een bestemmingsplanwijziging teneinde
deze plaatsing alsnog mogelijk te maken.
De heer Roks kan het kollegestandpunt onderschrijven omdat de windmolen niet
thuishoort in een woonwijk en bovendien alsnog toch te weinig rendement van
een windmolen wordt verkregen.
In principe kan hij de plaatsing van windmolen in zijn algemeenheid wel
onderschrijven doch niet op deze plaats.
De heer A. Verheiien wijst het kollege op de principe medewerking van juni
1988, daarbij zijn verwachtingen gewekt. Gelet op de bezwaren van de omwo
nenden en het negatieve welstandsadvies wordt de bouwaanvrage geweigerd. Ook
de commissie Algemeen Bestuur wekt verwachtingen door op de hoorzitting
betrokkene in de gelegenheid te stellen alle bezwaren te laten intrekken
alsdan zou de bouwvergunning en de planwijziging kunnen plaatsvinden. Niet
aanvrager doch het kollege diende een hoorzitting met omwonenden en aanvra
ger te beleggen om daarin alle twijfels over aspecten van gevaar en geluids
overlast te ontkrachten.
- De -