39 -
6. ADVIES VAN DE COMMISSIE ALGEMEEN BESTUUR TOT HET NIET-ONTVANKELIJK
VERKLAREN VAN DE HEER M.C.P. VAN GASTEL TE ZUNDERT IN ZIJN BEZWAAR TEGEN
HET RAADSBESLUIT VAN 29 JUNI 1989 INZAKE HET VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR
HET TWEEDE VOETBALVELD IN ACHTMAAL.
De heer Mariinissen betreurt het dat bij voorbereidingsbesluiten voor per
celen niet de eigenaren van de aangrenzende gronden daarvan op de hoogte
worden gesteld. Hij merkt voorts op dat indien iemand kan aantonen dat hij
redelijkerwijs niet eerder in staat is bezwaren in te dienen ook bij over
schrijding van de termijn in zijn bezwaar moet worden ontvangen.
Hij vraagt of het kollege dit aspekt heeft onderzocht.
De heer Nelemans merkt op dat deze zin uit de jurisprudentie slaat op
bijvoorbeeld verblijf in het buitenland, doch nu betrokkene bijna dagelijks
ten gemeentehuize was, kon hij ook eerder van het voorbereidingsbesluit op
de hoogte zijn.
Nu hij het bezwaar te laat heeft ingediend, moet hij niet-ontvankelijk
worden verklaard.
Vervolgens wordt met de stemmen van de heren Damen en Marijnissen en
mevrouw Voeten tegen overeenkomstig het advies van de commissie Algemeen
Bestuur besloten.
7. VOORSTEL TOT VERPACHTING VAN
a. het perceel kadastraal bekend gemeente Zundert, sektie G. nr. 793
groot 2.56.80 ha gelegen op de hoek Armenbaan-Breedschotsestraat te
Rijsbergen aan de heer M.J.J.M. VriendsBakkebrugstraat 18 te Zundert
voor de periode van één jaar
b. de percelen kadastraal bekend gemeente Zundert, sektie E. nrs3929
ged. en E. 4258 gezamenlijk groot 3.54.00 ha, gelegen aan de
Bijltjesstraat te Wernhout eveneens voor de periode van één jaar aan
de heer C.J.M. de Jong, Werrihoutseweg 146 te Wernhout.
De heer Arnouts is er voorstander van de gronden aan de heer Vriends te
verkopen in plaats van te verpachten, indien tenminste aannemelijk is dat
deze de gronden ook wil verkopen.
De heer Adriaensen gaat in op het jachtrecht dat op de aangegeven percelen
rust. Hij wijst er op dat in mei jongstleden toen ook het pacht en jacht
recht aan de orde was, is gesteld dat bij eenjarige pachtkontrakten er in
principe geen recht op jacht bestaat. Hij vraagt naar de konkrete uitvoering
van dit principe in de praktijk.
De voorzitter heeft daarin geen inzicht en merkt op dat er geen reden is de
gronden aan de heer Vriends te verkopen.
Op de daartoe strekkende vraag van de heer Arnouts waarom dan ook de gronden
niet metterdaad worden verkocht, antwoordt de voorzitter dat de gronden zijn
gelegen in de ruilverkaveling, zodat deze gronden bij ruiling kunnen worden
ingebracht
De heer Mariinissen vraagt of er nog meer gegadigden voor deze gronden waren
en ondersteunt de opmerking van de heer Arnouts over de grondverkoopGelet
op de opbrengst daarvan is verkoop voor de gemeente veel aantrekkelijker dan
pacht, zo meent hij
- De -