20 - Hiermee geeft hij aan dat hij op dat moment niet weet hoe of het werkelijk geregeld is en had hij beter kunnen zwijgen. Gelukkig was er één gezond verstandig wordende meerderheid in deze raad die niet op deze manier deze zaak af wilde doen. Er is nog van alles gebeurd daarna, dit zal behandeld worden door kollega fraktiegenoot J. Damen en we zijn zover gekomen dat we op 26 januari 1989 het voorstel kunnen gaan behandelen, bijna 5 maanden nadat de brief geschre ven is en deze tijd is beslist niet alleen gebruikt voor een goede voorbe reiding van dit verzoek. Op 27 oktober 1988 hebben wij gezegd dat dit voorstel in brede kring onder steuning vond. Naar aanleiding hiervan hebben wij de mening van de jeugd gevraagd, door het zetten van een handtekening. Wij kunnen u ca 1.000 handtekeningen overhandi gen van jongeren die veranderingen willen in onze gemeenten. Wij vragen u om dit verzoek d.m.v. deze handtekeningen in ontvangst te wil len nemen en ernaar te luisteren. Wij willen een beleid wat ruimte biedt voor meer zelfstandigheid voor de jeugd en wat past bij deze tijd. Wij vragen aan de horeca om hun taak en verantwoordelijkheid met beleid in te vullen. Wij vragen aan jeugd en horeca of zij er voor willen zorgen dat er ook met de belangen van derden rekening gehouden wordt door geen overlast te veroor zaken en er zo voor te zorgen dat deze proefperiode van 1 jaar een succes mag worden. Hierbij overhandigen wij u ca. 1.000 handtekeningen. De heer Damen stelt in zijn reaktie het volgende - de heer Laurijssen stemt in principe gelet op zijn wens dat de EEG maar en de sluitingstijd moet regelen, in met het initiatiefvoorstel. De ons omringende landen kennen immers al een vrije sluiting, zodat de EEG onge twijfeld daarop zou aansluiten; - alle sprekers hebben hun voor- en tegens uitgesproken, doch er is geen sprake van een overrompelingstaktiek, zoals de heer v.d. Kloot stelt. In de betrokken kommissievergadering was een meerderheid van de raad voor een experiment met vrije sluitingstijden, dit voorstel zou het kollege nooit doen, dus heeft hij het zelf maar gedaan; - steeds wordt door het kollege gesteld, dat de raad met de politie een aantal zaken zou moeten bespreken, doch tot op heden heeft dit gesprek niet plaatsgevonden. Derhalve moet de raad zelf maar initiatieven nemen om bepaalde zaken te realiseren. De CDA-fraktie en de fraktie Agrarisch Belang zijn al op 12 december 1988 van dit initiatiefvoorstel op de hoogte gesteld. Aan de standpunten in de betrokken kommissievergadering is later weinig of niets toegevoegd; - de stelling dat de horeca-ondernemers worden bevoordeeld is niet juist. Het doel van het voorstel is om het uitgaansleven naar Zundert te halen, zodat er geen sprake van is dat ouders nog meer ongeruster zouden moeten zijn. De stelling dat in België strenger naar de leeftijdsgrens van 16 jaar wordt gekeken, is op zich formeel juist, doch het is maar net hoe de kontrole daarop in de praktijk uitvalt. Juist omdat de jeugd weer in Zun dert uitgaat, behoeven de ouders zich minder ongerust te maken; - in het kader van de verkeersveiligheid moet erop gewezen worden dat deze juist met een uitgaan in Zundert wordt gediend. Er is minder kans op ongelukken, terwijl ook de gladheidsbestrijding in de winter in principe op 24 uur per dag wordt gesteld; het

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1989 | | pagina 22