- 16 -
De heer Hoekman stelt daarop het volgende
Mijnheer de voorzitter, de manier waarop deze mijn inziens belangrijke zaak
behandeld wordt stelt mij enigzins teleur.
Het bestuur van Horeca Zundert in samenwerking met Horeca Nederland, hebben
met goedvinden van de Zundertse Horeca ondernemers een brief gericht aan het
college van Zundert om een onderhoud te hebben met u, voorzitter, om de
problematiek tot vrije sluitingstijd te bespreken. Uit dit gesprek kwam in
hoofdzaak naar voren dat een regionale aanpak misschien toch wel de beste
oplossing zou zijn.
Horeca Nederland was bereid om met de horeca-ondernemers en gemeentebesturen
van Rucphen - Etten-Leur - Oudenbosch en Rijsbergen een gesprek aan te gaan
om hen proberen te overwegen om ook tot een vrije-sluiting over te gaan.
Na de commissievergadering van 28 november 1988 is er door enkele horeca
ondernemers, met medewerking van verschillende frakties uit deze raad, een
initatiefvoorstel ingediend. Door deze mijn inziens ondoordachte daad, is
alle gras voor de voeten van Horeca Zundert en van Horeca Nederland wegge
maaid. Het bestuur van Horeca Zundert en erger nog van Horeca Nederland zijn
danig in hun hemd gezet.
Hoewel ik nog steeds achter de argumenten die in de brief gericht aan uw
college sta, kan ik niet omheen aan de argumenten van de voorzitter, en aan
de adviezen van de rijkspolitie. Dat er nog andere groepen van onze bevol
king zijn die er anders overdenken dan onze horeca-ondernemersheb ik de
laatste dagen ondervonden, door de talrijke telefoontjes en gesprekken.
Daarom, mijnheer de voorzitter, heb ik besloten na rijp beraad tegen dit
initiatiefvoorstel te stemmen en om het huidige sluitingsuur te laten zoals
het is en dat de laatste tijd toch tolerant wordt gehanteerd, en het woord
tolerant wil ik duidelijk onderstrepen.
De heer A. Verheiien steekt het volgende betoog af.
Voor mijn fraktie is dit geen gemakkelijke zaak, maar uiteindelijk stemmen
we toch in met het houden van een experiment op bepaalde voorwaarden. Groen
Zundert is van mening, dat een gemeentebestuur rekening moet houden met
veranderende trends in de samenleving.
Dat deze verandering er is ten aanzien van het tijdstip van uitgaan is
duidelijk. Bovendien biedt onze samenleving steeds meer vrijheden op
velerlei terrein. Dit vraagt een grotere mate van verantwoordelijkheid, ook
m.b.t. het uitgaansleven. Of dit ook konsekwenties moet hebben voor bijv.
sluitingstijden kan slechts door een onderzoek in de vorm van een aan tijd
en voorwaarden gebonden experiment.
Over deze materie heeft mijn groepering een lange diskussie gewijd, waarbij
voor- en nadelen gewogen werden.
Belangen van diverse groeperingen zijn hierin meegenomen.
Het moge duidelijk zijn, dat bij de kwestie van sluitingstijden een aantal
zaken in het geding zijn t.w.
- belangen m.b.t. verantwoord omgaan met alcoholgebruik;
- belangen van politie m.b.t. een eventueel toenemende werkdruk;
- belangen van omwonenden, die vrezen voor meer overlast;
- belangen van verkeersveiligheid m.n. ten aanzien van jongeren, die nu
veelvuldig naar Belgie trekken;
- belangen van horeca-ondernemers
Mijnheer de voorzitter bij de stukken lag een aantal reakties van diverse
gemeenten, die afgestapt zijn van de vaste sluitingstijden. Het merendeel
van die gemeenten (9 werden er geïntervieuwd en slechts een gemeente heeft
de zaak weer teruggedraaid) heeft vrijgeving van de sluitingstijden als
positief ervaren en gaat daarmee door.
Uit de stukken leest men dat kleine criminaliteit, baldadigheid en overlast
zijn afgenomen; een positieve zaak derhalve.