- 6 -
De in het telegram genoemde provinciale ambtenaar blijkt echter van niets te
weten.
Op de vraag van de heer C. Verheiien wat het voorstel van het kollege omt
rent dit verzoek is antwoordt de voorzitter dat dit is het voor kennisgeving
aan te nemen. Het standpunt van het kollege is immers niet in gaan op de
kwestie, omdat het een bevoegdheid is van het kollege.
De heer C. Verheiien steunt daarop het beleid van het kollege.
Ook de heer S. Jochems ondersteunt dit kollegestandpunt.
De heer Roks pleit ervoor het bedrijf op te nemen in het ontwerpbestemmings-
plan niet-agrarische bedrijven in het buitengebied, temeer omdat het bedrijf
ten tijde van de inventarisatie als zodanig was opgenomen in de lijst van de
Kamer van Koophandel, die daarbij is gebruikt. Het bedrijf is gelet op deze
lijst waarschijnlijk ten onrechte niet opgenomen in dit ontwerpbestemmings-
plan.
De heer Mariinissen gaat in op de voorgeschiedenis van deze bedrijfsvesti
ging, waarbij vaststaat dat het voormalige agrarische bedrijf op het perceel
door de heer Havermans in 1982 is overgenomen. Daarbij werden sindsdien zo
wel agrarische als niet-agrarische bedrijvigheid op dit perceel uitgeoefend.
Hij meent dat daarom het kollege nu onjuist handelt, temeer omdat het een
beginnend ondernemer is; deze moet maar zoals andere niet-agrarische bedrij
ven worden behandeld. Hem moet een kans worden geboden zeker nu er een al
leszins mooie schuur in tegenstelling tot eerdere gesloopte bouwvallen, is
verrezen, en nog wel omzoomd met groen.
Hij ondersteunt de stelling van de heer Roks om met name toch maar de lijst
van inschrijvingen bij de Kamer van Koophandel over niet-agrarische be
drijfsvestigingen te hanteren.
Hij pleit ervoor het bedrijf alsnog in het genoemde ontwerpplan op te nemen.
Een beoordeling van de vraag of betrokkene als agrariër door de kommissie
agrarische bouwaanvragen kan worden aangemerkt is daarbij volgens hem niet
aan de orde en dus ook overbodig.
De voorzitter verwijst voor een reaktie naar de terzake gevoerde diskussie
in de vergadering van de commissie ROM.
Hij merkt op dat de lijst van de Kamer van Koophandel over niet-agrarische
bedrijfsvestiging niet zaligmakend is voor de al of niet opname in het ont-
werpbestemmingsplan 'niet-agrarische bedrijven buitengebied".
Sommige bedrijven zijn slechts in het buitengebied gevestigd, doch echter
zonder niet-agrarische bedrijfsaktiviteiten.
Ten tijde van de inventarisatie was de loods (waarbij vergunning was ver
leend voor een stierenmesterijniet aanwezig. Deze (voorgenomen) agrarische
bouw was positief beoordeeld door de kommissie agrarische bouwaanvragen. Een
wijziging in de bedrijfsvoering is niet opgegeven zodat het kollege erop
mocht vertrouwen dat er een agrarisch bedrijf was gevestigd.
Het kollege handhaaft het standpunt en zal op het bezwaarschrift-verzoek
beslissen, daarbij de diskussie in de betrokken kommissievergadering van ROM
betrekkend.
Omtrent het mogelijke positieve standpunt van G.S. inzake deze nieuwe niet-
agrarische bedrijfsvestiging merkt hij op dat dit een nieuw standpunt zou
zijn.
- De -