4
De heer Adriaensen meerit dat elke lokatie van een glasbak wel op bezwaren
van omwonenden zal stuiten. Het doel moet echter wel zijn de inperking van
de afvalstroom. Hij zet deze diskussie overigens voort in de aanstaande kom
missievergadering.
De heer Damen meent dat in januari 1989 toen de plaats van de glasbak aan de
Pauwstraat aan de orde was nog geen onderhandelingen speelden tussen het
stadsgewest en de leverancier. De omwonenden worden aan het lijntje gehou
den, dat is zijn grootste bezwaar.
De voorzitter merkt op dat een integrale aanpak van de situering van de
glasbakken aan de orde is en dat deze wordt voorgelegd aan de kommissie
Openbare Werken.
Omdat de heer Damen de stukken onder V 2. inzake de verrekening van het ren
teverlies bij onderhoudsfondsen geen toelichting heeft kunnen vinden behoudt
hij zich het recht voor deze zaak alsnog in een volgende vergadering ter
sprake te brengen.
Omtrent stuk nr. VI inzake brief van de Bergse Sociaal Democraten over
beoordeling hardhoutboycotvoorstellen.
De heer Adriaensen meent dat deze brief over de hardhout-problematiek moet
worden geplaatst in het kader van de onderontwikkeling. De suggesties die in
dat verband worden gedaan vindt hij soms heel goed. Uit ecologisch oogpunt
moet naar het tropisch regenwoud worden gekeken, waarbij het gebruik van
tropisch hardhout moet worden beperkt. Alternatieve mogelijkheden zoals ge
bruik van pvc of aluminium staan daarbij vanwege de milieubelasting niet
voorop, doch bijvoorbeeld het gebruik van naaldhout, zo stelt hij.
Resumerend vindt hij het collegevoorstel te vaag en onduidelijk.
De voorzitter handhaaft daarop het kollegestandpunt.
Omtrent stuk nr. VII 1 inzake brief van de Vereniging Openbaar Onderwijs.
Op de stelling van de heer Damen dat een raadsbesluit tot de instelling van
een openbare school voor 1 juli van ieder jaar moet zijn genomen, reageert
de voorzitter met de datum van uiterlijk 1 oktober.
Omtrent stuk nr. IX inzake bezwaarschrift van de heer v.d. Meer tegen weige
ring vestigingsvergunning huisartsenpraktijk in Achtmaal.
Op de vraag van de heer Mariinissen naar het standpunt van het kollege op
het bezwaarschrift antwoordt de heer A. Jochems dat naar aanleiding van de
diskussie in de betrokken kommissievergadering Welzijn, het kollege nog geen
beslissing op het bezwaarschrift heeft genomen.
De heer Mariinissen stelt daarop voor, nu er duidelijke toezeggingen zijn
aan de kommissie de beslissing van het kollege op het bezwaarschrift ter
fiattering aan de raad voor te leggen. Het kollege kan dan deze raadsdis-
kussie in de besluitvorming betrekken.
De heer Roks gaat uitvoerig in op de voorgeschiedenis en de diskussie over
de al dan niet vestiging van een huisarts in Achtmaal. Daarbij bleek in
eerste instantie een afwijzend advies volgens de zogenaamde blauwdruk van de
plaatselijke werkgroep van huisartsen en apotheker. De andere commissie
geeft echter een ander advies nldat een extra huisarts in Zundert kan
worden toegelaten. Het motief van de weigering van het kollege in verband
- met