9
10. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN HET DEFINITIEF SUBSIDIE 1987 TEN
BEHOEVE VAN DE STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK ZUNDERT.
De heer Mariinissen pleit ervoor de stichting meer financiële middelen te
geven zodat zij daaruit ook meer aktiviteiten kan ontplooien. Men kan der
gelijke zaken niet bekostigen uit een reservepost van slechts f 10.000,00.
De voorzitter wijst daarbij op het merkbare streven van de regering om de
kosten van formatieplaatsen bij de bibliotheken niet meer voor rekening van
het rijk maar van de betrokken gemeenten te laten komen. Zolang de gemeenten
dit slikken, dreigen ook andere kosten op de gemeenten te worden afgewen-
De heer C. Verheiien meent dat niet dit aspekt doch dat van een goed voor-
zieningennivo voor de inwoners van Zundert voorop moet staan. Daarvoor
moeten gelden beschikbaar zijn.
De heer Mariinissen deelt evenmin de mening van de voorzitter, omdat volgens
hem dan het personeel van de bibliotheken nog wel wat te wachten staat.
Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
11. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE "VERORDENING INZAKE DE VOORWAARDEN VOOR
VERPACHTINGEN VAN STANDPLAATSEN VOOR KERMISINRICHTINGEN IN DE GEMEENTE
ZUNDERT 1989".
De heer Arnouts stelt voor bij wijze van proef voor een jaar de kermis
exploitanten geen pachtgelden te laten betalen. Daarbij dient dan ook de
kermis niet alleen op het Oranjeplein doch ook op de Markt zoals voorheen,
te worden gehouden. Daarbij dienen de beide pleinen voor met name de
brommers te worden afgesloten. Als zijn voorstel wordt aanvaard, ontstaat
volgens hem weer de gezellige kermis in Zundert met veel meer bezoekers, dan
de laatste jaren en de trek door de Molenstraat.
De heer Damen meent dat bij de vrije inschrijving die het kollege van plan
is vanaf 1990 in te voeren, teveel wordt geknaagd aan de kwaliteit van de
kermis enkel en alleen gericht op de meeropbrengst voor de gemeente. Dat kan
volgens hem niet. De kermis moet geen bron van inkomsten zijn voor de
gemeente, doch worden gezien als traditioneel volksvermaak. Dat evenement
moet in stand blijven.
Hij pleit voor een handhaving van de tot op heden gevolgde wijze van
inschrijving teneinde een gevarieerd aanbod van vermakelijkheden aan te
trekken
Hij ondersteunt in verband daarmede de suggestie van de heer Arnouts om 1
jaar geen pachtinschrijvingsgelden te laten betalen. Hij pleit voorts voor
een samengaan van de kermis met een ander evenement, zoals bijvoorbeeld de
braderie. Dit sluit dan weer aan op het idee om de kermis ook op de Markt te
laten plaatsvinden, zodat de braderie begint en eindigt met een kermis,
namelijk op de Markt en op het Oranjeplein, met daartussen de braderie/
aardbeienfeesten.
teld
De