- 17 De heer A. Verheiien vraagt zich af waarom deze maatregel in de vorm van een voorstel en niet in de vorm van een mededeling zoals de huurverhoging wordt gedaan. Het is immers onmogelijk van het rijksbeleid omtrent de bezoldiging af te wijken. Hij betreurt het dat de verhoging van de lagere salarissen verhou dingsgewijs lager zijn dan bij de hogere. Ook de heer Damen heeft dezelfde eerste vraag en opmerkingen. Hij vraagt naar de toch wel hoog oplopende verhuiskosten die worden toegekend. De voorzitter merkt op dat de huurverhoging een rijksvoorschrift is, die niet in een gemeentelijke verordening behoeft te worden verwerkt. De be zoldiging betreft ook het rijksbeleid doch wordt tevens in een gemeente lijke verordening vastgelegd. Daarom dit en de volgende voorstellen. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 16. VOORSTEL TOT HET VAN OVEREENKOMSTIGE TOEPASSING VERKLAREN OP HET GE- MEENTEPERSONEEL VAN DE RIJKSMAATREGEL TOT VERLAGING VAN DE JEUGDSALARISSEN EN TOT VASTSTELLING VAN DE DAARAAN GEKOPPELDE 11e WIJZIGING VAN DE BE ZOLDIGINGSVERORDENING EN 26e WIJZIGING VAN HET ALGEMEEN AMBTENARENRE GLEMENT, EEN EN ANDER INGAANDE JANUARI 1989. De heer A. Verheiien betreurt het dat de minister in plaats van de jeugd salarissen te verhogen deze juist verlaagt. Hij is daartegen. Hij vraagt hoeveel ambtenaren voor deze verlaging in aanmerking komen, wat de voor delen van de verlaging zijn en of deze zijn vertaald naar de werkgelegen heid. De heer Marimissen uit zich in gelijke bewoordingen en vraagt de verla ging met gemeentelijke gelden te kompenseren. De voorzitter merkt op dat thans geen ambtenaren voor deze verlaging in aanmerking komen zodat deze in principe nog niet geldt, omdat niemand per 1-1-1989 in dienst is getreden. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 17. VOORSTEL TOT HET VAN OVEREENKOMSTIGE TOEPASSING VERKLAREN OP HET PER SONEEL IN DIENST VAN DE GEMEENTE ZUNDERT VAN DE WIJZIGINGEN IN DE ARBEIDS VOORWAARDEN VOOR HET OVERHEIDSPERSONEEL PER 1 JANUARI 1989 EN TOT VAST STELLING VAN DE DAARAAN GEKOPPELDE 12e WIJZIGING VAN DE BEZOLDIGINGSVEROR DENING De heer Mariinissen wijst erop dat de VUT-leeftijd bij ambtenaren aanmer kelijk achterblijft bij die welke voor het bedrijfsleven geldt. Hij pleit ervoor deze laatste meer gunstige regeling door te voeren. De voorzitter merkt op dat indien men hiertoe zou besluiten de gemeente weer op grond van de Ambtenarenwet door het rijk tot de orde wordt geroepen. - Vervolgens -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1989 | | pagina 107