- 6 -
De heer Dameri vindt het merkwaardig, dat de voorgenomen privatisering van kan
tines niet eerst in de vergadering van de betrokken raadscommissie aan de orde
wordt gesteld. Hij vindt het beter deze kwestie eerst in de kommissie en dan in
de raad aan de orde te stellen, dan dat het kollege nu al reeds op een besluit
vooruitloopt
Hij kan overigens instemmen met het besluit de v.v. Zundert voor de
zelfwerkzaamheid extra te subsidiëren.
De voorzitter zegt toe het overigens aangekondigde beleid van de privatisering
aan de commissie aan te bieden.
Omtrent mededeling nr. 3 inzake de brief van de Stichting Vrouwensteunpunten
Noord-Brabant.
De heer A. Verheiien betreurt het dat de gemeente Zundert geen zelfstandig
emancipatiebeleid voert. In het welzijnsplan van de gemeente Zundert dient aan
de vrouwen emancipatie onder meer aandacht te worden besteed.
Hij verzoekt aan te geven, of onderdelen van een welzijnsplan, voor de
opstelling waarvan blijkbaar geen tijd is, in nota's kunnen worden verwerkt.
De heer C. Verheiien onderstreept deze vragen.
De voorzitter zegt toe de brief aan de kommissie welzijn voor te leggen.
De heer Roks meent vervolgens dat een en ander wel degelijk al in de betrokken
kommissievergadering aan de orde is gesteld; daarop echter kwam geen reaktie.
Vervolgens worden de mededelingen zonder hoofdelijke stemming met inachtneming
van de opmerkingen van de heer A. Verheijen over mededeling nr. 1 voor kennis
geving aangenomen.
4^ AANBIEDING BEGROTINGEN 1989 VAN DE GEMEENTE BEDRIJVEN EN VAN DE ALGEMENE
DIENST.
Het kollegevoorstel wordt voor kennisgeving aangenomen en behandeld op 29
september 1988.
5.Voorstel tot overdracht van de Leiloop in eigendom, beheer en onderhoud aan
het waterschap "De Boven-Mark" voor een totaal bedrag van f 1.--.
De heer Mariinissen meent dat het waterschap "De Boven-Mark" nalatig is geweest
in de behartiging van de belangen van de ingelanden in het betrokken gebied.
Teneinde zulks in de toekomst te voorkomen stelt hij voor aanvullende voorwaar
den vast te stellen aan het waterschap. Alsdan wordt voorkomen dat, zoals bij de
ruilverkaveling in het aangrenzende gebied van België, is gebeurd maatregelen
tot het tegengaan van de verzuring en een versterking van de waterhuishouding
van de Leiloop, moeten worden genomen.
De heer Adriaensen meent, dat gelet op de grote belangen van landbouwkundige en
natuurwetenschappelijke aard in relatie tot de aanwezigheid van nabij gelegen
natuurgebieden De Waayenberg en de Lange Gooren, eerst door de gemeente en het
waterschap met Staatsbosbeheer overleg had moeten worden gepleegd.
Nu dit niet is gebeurd, heeft hijzelf navraag bij Staatbosbeheer gedaan, waaruit
bleek dat de waterstand niet van nadelige invloed zou zijn voor de betreffende
natuurgebieden, misschien wel op langere termijn.
- Hij
