- 3 -
Het is voor de heer Damen onaanvaardbaar indien de gemeente Zundert zou in
stemmen met de wens van de gemeente Roosendaal om de stemverhouding in het
Algemeen Bestuur van het schap te koppelen aan het aantal inwoners van de
deelnemende gemeenten. Alsdan bestaat volgens hem het gevaar dat slechts enkele
grote gemeenten in het schap de dienst uitmaken.
De voorzitter zegt een behandeling hiervan in de kommissie toe.
Omtrent stuk nr. V. inzake de brief van de heer van der Kloof over de
verkeersveiligheid van de Molenstraat.
De heer Arnouts wijst erop dat deze brief niet zozeer de verkeersveiligheid als
wel het pand Molenstraat 154/156 betreft.
De voorzitter wijst hem op de betreffende bepaling in het reglement van orde,
waarin staat vermeld dat over de inhoudelijkheid van ingekomen stukken niet
wordt gediskussieerd.
Op de vraag van de heer Mariinissen of deze brief ook weer terug aan de raad
wordt aangeboden, antwoordt de voorzitter dat zulks het kollege bepaalt.
Omtrent stuk nr. VI inzake bezwaarschrift Vereniging Milieugroep Zundert
tegen 4e wegenbestek ruilverkaveling.
De vrees van de heer Arnouts als zou de behandeling van dit bezwaarschrift door
de commissie Algemeen Bestuur op 8 september en door de raad op 29 september
aanstaande de uitvoering van dit 4e wegenbestek vertragen, deelt de voorzitter
niet. De uitvoering daarvan is immers eerst in het voorjaar 1989 gepland.
Omtrent stuk nr. VII inzake de brief van J.A. van Aert over bezwaren tegen
een herplantplicht.
De heer Adriaensen dringt aan op spoedige overlegging aan de raad van het reeds
in februari 1988 verzochte overzicht van nog niet uitgevoerde en opgelegde
herplantplichten in het kader van de uitvoering van de kapverordening. De her
plantplichten betreffen volgens welingelichte kringen een oppervlakte van
tientallen hectaren.
De heer Arnouts benadrukt dat volgens briefschrijver het niet gekapte eiken
bomen doch slechts een berkestruik en een elzenstruik betreft, terwijl het
kollege betrokkene juist verplicht 2 berkenbomen en een eik terug te planten.
De voorzitter wijst hem nogmaals op de betrokken bepaling in het reglement van
orde, op grond waarvan niet inhoudelijke op zaken bij de ingekomen stukken wordt
ingegaan.
Ook de heer Damen is bijzonder geïnteresseerd in het door de heer Adriaensen
gevraagde overzicht van opgelegde en niet uitgevoerde herplantplichten,
Hij wijst de voorzitter vervolgens op de betreffende bepaling in de kapver-
ordening, waarin is vermeld dat niet het kollege doch de gemeenteraad beroepen
behandelt tegen opgelegde herplantplichten.
- De