- 3 -
De heer Mariinissen betreurt het dat het bouwplan van de heer Roks aan de
overzijde van de Grote Heistraat niet tevens is meegenomen. Betrokkene vecht
immers al jarenlang voor een bouwvergunning voor een bungalow. Hij vindt dit
een onrechtvaardige behandeling van betrokkene temeer omdat zijn voorstel om
het perceel in de wijzigingsbevoegdheid te betrekken niet is aangenomen.
Daar de opmerkingen inhoudelijk van aard zijn en daarover bij ingekomen
stukken juist niet wordt gediscussieerd, gaat de voorzitter daarop niet in.
Omtrent stuk nr. I.C. 2 inzake weigering G.S. medewerking bouwplan 2e be
drijfswoning C. de Meijer.
De heer Arnouts betreurt het dat het advies van de raadscommissie Agrarische
Bouwaanvragen over dit bouwplan niet is meegezonden. Hij verzoekt dit alsnog
te doen.
De heer Adriaensen herhaalt de weigeringsgronden zoals die G.S. hebben ver
meld, nl. het onvoldoende aantonen van de noodzaak van 2 volwaardige ar
beidskrachten. Hij raadt het indienen van bezwaar af. Het inwinnen van de
Tilburgse adviescommissie is in dergelijke zaken volgens hem de meest aan
gewezen weg.
De heer Mariinissen meent dat de zaak alsnog ten goede moet worden gekeerd;
zulks kan het best gebeuren via ambtelijk vooroverleg; alsdan kunnen de
knelpunten worden weggenomen en heeft een aanvrage meer kans voor een hono
rering.
De voorzitter meent dat nu de raadscommissie Agrarische Bouwaanvragen een
positief advies heeft uitgebracht de ingezette lijn tot medewerking aan het
bouwplan middels het indienen van een bezwaarschrift moet worden voortgezet.
Bij het bezwaar zal het advies van de commissie alsnog worden meegezonden.
In eerste instantie is bij de aanvrage daarvan alleen melding gemaakt.
Omtrent stuk nr. IV inzake het 2e bulletin van de vereniging LOTA.
De heer A. Verheiien wijst op het streven van de vereniging de bevolking
bewust te maken van de kwalijke gevolgen van de apartheid. Daarmede tornt de
vereniging niet aan het beleid van de regering. Hij betreurt de afwijzende
houding van het gemeentebestuur van Zundert en stelt dat de gemeente maar
alsnog lid moet worden van de vereniging.
Omtrent stuk nr. VI inzake brief van F. Oostvogels omtrent plaatsing van
een tuinhuisje en schutting op perceel Lindenlaan
11.
De heer Damen betreurt het dat de eerdere brief van betrokkene van 13 mei
nog niet is beantwoord.
De brief toont volgens de heer Arnouts aan dat er steeds minder vertrouwen
bestaat in het college, zodat de brieven maar aan de raad worden gericht.
Betrokkene wil zijn hobby van schilderen in het tuinhuisje uitoefenen, doch
mag dat blijkbaar nog steeds niet. Hij verzoekt een spoedige oplossing.
De heer C. Verheiien vindt het eveneens een nogal lange afdoeningstermijn
van de brief. Hij verzoekt aan te geven wanneer er een oplossing is te
verwachten.
- De -
