- 5 - de lokatiekeuze nog wel haalbaar is. Verdere wildgroei van bedrijven in het buitengebied moet structureel worden tegengegaan. De heer C. Verheiien vraagt naar de totstandkoming van faktor 0,95 als basis voor de vergoeding. Hij vraagt een verklaring waarom het bedrijf over de eerste periode geen huur behoeft te betalen. De heer Nelemans reageert met de volgende opmerkingen - het pand werd eerst door 4 bedrijven gebruikt, 3 daarvan hebben het in middels verlaten, doch met de plannen van Zuiderplastics tot verhuizing lukte het niet zo; - de gemeente investeert niet in de opheffing van de gebreken in het pand zoals de lekkages in het dak. Ter compensatie hiervan heeft de gemeente het bedrijf aangeboden hiervoor gedurende de eerste periode geen huur te betalen; - de vraag naar optie tot koop van het pand is niet ingewilligd, omdat verplaatsing van het bedrijf bij het college voorop staat; - de structuurschets van de stedebouwkundige voor een nieuw bedrijventer rein zal aan de commissie R.O.M. ter advisering worden voorgelegd; - met het bedrijf wordt overleg gepleegd over de opstelling en verwerking van de hinderwetsaanvrage voor dit pand, terwijl ook contact zal worden onderhouden over de verplaatsing naar het nieuwe bedrijventerrein; - bij taxaties geldt onder andere de norm voor de ligging; is deze goed, dan wordt daaraan de faktor 1, toegekend; uit de faktor van 0,95 blijkt derhalve een iets minder gunstige ligging, zulks als gevolg van de ligging naast de toekomstige brandweerkazerne. Op de vraag van de heer Damen of het bedrijf bij de lokatiekeuze van een nieuwe vestiging is gebonden aan de keuze van de gemeente voor het nieuwe bedrijventerrein antwoordt de heer Nelemans dat het bedrijf uiteraard is gebonden aan de medewerking van de gemeente. Vestiging in het buitenge bied is daarbij niet haalbaar, eerder nog de huur/koop van een bestaande loods op het bedrijventerrein. Het gevestigd blijven van dit bedrijf in de gemeente Zundert staat bij de heer Damen wel voorop. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 7. VOORSTEL TOT AANPASSING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BOUWTOEZICHT WEST-BRABANT. De heer Mariinissen gaat in op de aspecten van de welstandscommissie die de bouwaanvragen erg subjectief beoordeelt. Hij geeft daarbij concrete voorbeelden zoals de Rabobank, reden waarom volgens hem zijn fraktie al tijd heeft gestreefd naar een gemeentelijke welstandscommissie. De leden van een dergelijke commissie zijn immers ter plaatse beter bekend, zodat zij ook beter kan functioneren. De voorzitter wijst hem op het voorstel, waarbij slechts de wijziging van de gemeenschappelijke regeling en niet het functioneren van de welstands commissie aan de orde is. - De -

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1988 | | pagina 178